Iedereen die in Apeldoorn een bijstandsuitkering aanvraagt en kan werken, moet ten minste vier weken de sociale werkplaats in: doosjes vullen, stickers verwijderen en stofdoeken stapelen. Gemeenten moeten dit jaar een grotere groep mensen aan het werk helpen en hebben minder budget. Mensen met een arbeidsbeperking en bijstandsontvangers worden daarom in Apeldoorn in groepsverband begeleid in de zoektocht naar werk. Ze krijgen trainingen en moeten ondertussen aan de slag in de sociale werkplaats.
Nieuwsuur volgt de praktijk van de decentralisaties in de gemeente Apeldoorn. Welke invulling geeft de gemeente aan de nieuwe taken en hoe dat is voor de inwoners? Deel 4 van de serie 'De gemeente moet het doen': De Participatiewet.
Iedereen die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari onder de Participatiewet. De gemeente Apeldoorn verwacht dat het budget om uitkeringsgerechtigden aan het werk te helpen, niet toereikend is. Met individuele begeleiding is de gemeente daarom gestopt, dat is te duur.
Iedereen, met of zonder beperking, met of zonder opleiding, krijgt nu training in groepsverband en moet simpel productiewerk doen, om tijdens dit traject een betaalde baan vinden.
Alles is passend
Bijstandsgerechtigden moeten volgens de nieuwe wet al het aangeboden werk accepteren. Deborah Hogendorp begeleidt in Apeldoorn uitkeringsgerechtigden en zegt dat het voor veel mensen wennen is: "De mindset van mensen moet veranderen. In principe is al het werk passend, ongeacht je opleiding. Een baan bij MacDonalds, productiewerk, schoonmaakwerk, het is altijd beter dan een beroep doen op een uitkering."
Volgens wethouder Kruithof doen de werklozen de simpele productiewerkzaamheden niet voor niets. Het is de bedoeling dat mensen weer arbeidsritme krijgen en dat de gemeente kan kijken hoe de werklozen omgaan met gezag, of ze op tijd komen en hoe het staat met andere arbeidsvaardigheden.
Kruithof noemt de aanpak een succes: "Het leidt tot meer uitstroom uit de uitkering dan vorige jaren, toen we dit programma niet hadden. Al weet ik natuurlijk niet precies wat de invloed van de economische ontwikkelingen in de buitenwereld zijn."
De Apeldoornse aanpak heeft ook tot gevolg dat een groep mensen afziet van een bijstandsuitkering. Door deze aanpak is dus sprake van een "schadelastbeperking" voor de gemeente, vertelt Sytze Hamstra, coördinator van het programma.
Onbetaalde arbeid
Niet iedereen is blij met de groepsaanpak. Een van de deelnemers, een bouwkundig ingenieur met 20 jaar werkervaring, zegt: "Het steekt me dat wij productiewerk doen, waaraan geld verdiend wordt, maar niet door ons. Opdrachtgevers betalen, maar ik krijg niets." Hij wil liever iets nuttigs doen als tegenprestatie: "Laat mij een buurthuis opknappen waar geen geld voor is, een speeltuin, laat me iets doen waar de maatschappij iets aan heeft en waar normaal gesproken geen geld voor is."
Wethouder Kruithof zegt dat de gemeente niet aan het productiewerk verdient. De gemeente probeert volgens Kruithof met dit collectieve programma zo efficiënt mogelijk om te gaan met de beperkte financiële middelen. "Dit is niet voor iedereen de beste manier, maar voor het overgrote deel is dit een goede manier om als groep, met elkaar, aan de slag te gaan."
Regels
Volgens coördinator Hamstra zijn mensen vrij om te stoppen met het programma: "Als je bepaalt: dit wil ik niet meer, dit sluit niet aan, dan kun je ermee stoppen. Dat is een keuze, maar dan heb je geen recht op een uitkering en krijg je dus geen geld."
Op de eerste dag op de sociale werkplaats krijgen uitkeringsgerechtigden te horen aan welke regels ze zich moeten houden. Mensen die te laat komen kunnen bijvoorbeeld een maand lang 10 procent gekort worden op hun uitkering. Verbaal geweld geeft een korting van 50 procent, voor 2 maanden. Vorig jaar is er bij de 1700 deelnemers 37 keer een maatregel opgelegd en daarbij ging het in alle gevallen om een korting op de uitkering.
Sociale werkplaats
De sociale werkvoorziening 'oude stijl' loopt langzaam leeg. Mensen met een arbeidsbeperking vielen voorheen onder de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Ze deden dan werkzaamheden onder begeleiding en kregen tussen de 100 en 130 procent van het minimumloon. Vanaf 1 januari is deze voorziening voor nieuwe gevallen gestopt.
Daarnaast geeft het Rijk gemeenten elk jaar minder geld voor de uitkeringen en begeleidingskosten voor de oude groep. In veel plaatsen is onduidelijk of het lukt om de sociale werkvoorziening met de teruglopende instroom en het teruglopende budget overeind te houden.
In Apeldoorn heeft wethouder Kruithof moeite met de keuzes die staatssecretaris Klijnsma heeft gemaakt. "Als ik het in m’n eentje voor het zeggen had, zou ik de sociale werkvoorziening in de kern overeind hebben gehouden. Omdat er voor een groep mensen, ik weet dat zeker, geen plek is op de arbeidsmarkt. Ik heb een voorziening nodig waarmee ik die mensen een plek kan bieden en dat kan naar mijn inschatting nu te weinig."
Nieuwe doelgroepen
Apeldoorn houdt de sociale werkvoorziening, Felua-groep, in leven door nieuwe doelgroepen, zoals bijstandsontvangers, te laten instromen. Zo maakt de gemeente gebruik van de gebouwen en kennis die bij de sociale werkvoorziening aanwezig is. De productiewerkzaamheden die de bijstandsontvangers doen, leveren bovendien wat geld op. Dat komt op de rekening van de sociale werkvoorziening.
Op dit moment voert de gemeente een pilot uit, waarin onderzocht wordt of mensen met een zorgvraag ook op de sociale werkplaats terechtkunnen. In de toekomst zouden mogelijk ook mensen met een WW-uitkering via het UWV bij Felua-Groep kunnen re-integreren.
Ingewikkelde opgave
Staatssecretaris Klijnsma wil dat gemeenten hun best doen om mensen met een beperking bij gewone bedrijven te plaatsen. Haar partijgenoot Kruithof vindt het een ingewikkelde opgave: "We moeten het niet mooier maken dan het is. In de arbeidsregio zijn veel werkgevers die zeggen dat ze bereid zijn ruimte te maken voor deze groep mensen, maar vooralsnog hebben we nog maar een paar banen gerealiseerd bij die werkgevers."