Vanavond verzamelen literair Nederland en Vlaanderen zich bij het Boekenbal in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Het is de aftrap van de tachtigste Boekenweek die morgen begint, met als thema 'Waanzin in de letteren'. Vanuit de hele wereld wordt er met enige jaloezie naar het Nederlandse fenomeen Boekenweek gekeken. Het bestaat nergens anders.
Als vanouds stelt Nieuwsuurverslaggever Tonko Dop een aantal schrijvers vanavond meteen bij binnenkomst een korte vraag.
Zwaaien met andermans debuut
Om 19.30 uur gaan de deuren officieel open. Dan verdringen schrijvers, uitgevers, bewindslieden en BN’ers zich op het Leidseplein om naar binnen te mogen bij het Boekenbal. Dat wil zeggen, de gelukkigen die een uitnodiging hebben ontvangen.
De belangstelling is altijd vele malen groter dan het daadwerkelijke aantal felbegeerde kaartjes, dus er wordt om gevochten. Helemaal nu sinds een aantal jaren de controle is aangescherpt. Jezelf glansrijk naar binnen praten of zelfverzekerd met een lege vioolkist de artiesteningang enteren is er niet meer bij ("Goedenavond, ik ben van de band!"). Laat staan zwaaiend met andermans debuut roepen dat je uitgever binnen op je wacht.
'Schrijven was het minste werk'
Om 20.00 uur worden de eregasten in een limousine voorgereden. Dimitri Verhulst (1972) schreef het boekenweekgeschenk (De zomer hou je ook niet tegen), hij is de vijfde Belgische auteur van het geschenk. Pieter Steinz (1963) schreef het essay (Waanzin in de wereldliteratuur).
Dat hij naar het Boekenbal komt is bijzonder. Steinz heeft de spierziekte ALS en communiceert via de Vlaamse stem ‘Zoe’ op zijn spraakcomputer. Vanavond zal zijn vrouw Claartje voor hem de Nieuwsuurvraag beantwoorden.
Verhulst heeft een dubbele primeur. Behalve dat hij het geschenk schreef, gaat hij voor het eerst naar het bal. "Eigenlijk had hij geen idee wat hem te wachten stond", vertelt Maud Aarsen, woordvoerder van het CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse boek), dat de Boekenweek organiseert. "Toen het tot hem doordrong dat hij twee weken lang dag en nacht als een popster optreedt door heel Nederland en België, moest hij even slikken.
"Schrijven was dus nog het minste werk", zo luidde de reactie van Verhulst. Gisteren verzuchtte hij: 'Ik wil dat het nu gaat beginnen, dan was ik er vanaf." Vanavond is het zover.