Ieder jaar worden er vele honderden Nederlandse meisjes en vrouwen gedwongen te trouwen. De slachtoffers worden vaak door hun familie naar het land van herkomst gelokt, alwaar hun toekomstige echtgenoot wacht. In die situatie zijn Nederlandse ambassadeurs in landen als Pakistan, Somalië, Ethiopië en Kenia de laatste hoop voor de slachtoffers.
Het kabinet kondigde eerder al extra maatregelen aan om huwelijksdwang en achterlating in het buitenland aan te pakken. Vanaf vandaag is er in Den Haag een speciaal kenniscentrum voor vraagstukken op dit gebied. Hulpverleners uit het hele land, maar ook vrouwen die vrezen te worden uitgehuwelijkt, kunnen hier terecht voor ondersteuning bij het aanpakken van deze vorm van mishandeling.
Uit recent onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat gedwongen huwelijk tussen 2010 en 2012 volgens een schatting van professionals 674 tot 1914 keer is voorgekomen. Dit is vele malen hoger dan het aantal registraties. Een verdere toename ligt volgens de ondervraagde professionals, waaronder hulpverleners en huisartsen, op de loer.
Veel gemeenten in Nederland hebben te maken met problemen rond gedwongen huwelijken en achterlating in het buitenland, die vaak samen gaan met de dreiging van eerwraak. De slachtoffers zijn in veel gevallen minderjarig. Vooral voor gemeenten die hier niet vaak mee te maken hebben, kan het kenniscentrum in Den Haag uitkomst bieden.
Met een smoes gelokt
Joost Reintjes is ambassadeur voor Kenia en Somalië. Eerder werkte hij in Pakistan en Irak. Hij heeft veel ervaring met gedwongen huwelijk in islamitische landen. "Vaak worden meisjes met een smoes vanuit Nederland naar bijvoorbeeld Somalië gelokt en daar wacht dan hun toekomstige echtgenoot. Ze komen terecht in vreselijke omstandigheden en worden al vrij snel moeder. We moeten er dus snel bij zijn om hen te helpen."
Volgens Rijntjes is het nog niet zo makkelijk om een meisje terug te halen naar Nederland. "Je krijgt maar weinig kans om met die meisjes in contact te komen. Ze hebben soms geen telefoon, hun paspoort en ticket zijn ingenomen en ze hebben vaak geen internet. Het duurt meestal weken om iemand ook daadwerkelijk weg te krijgen."
De Nederlandse ambassade in Kenia werkt daarom nauw samen met lokale organisaties, de Verenigde Naties, en soms met autoriteiten op het vliegveld. "Er moet een ticket komen, we moeten veilig onderdak regelen, er moet een reisdocument komen. Er komt dus nogal wat bij kijken", zegt Reintjes. "99 keer gaat alles goed, maar die ene keer niet en daar moet je constant op zijn voorbereid."
Niet zonder risico's
Alain Ancion is werkzaam bij de Nederlandse ambassade en verantwoordelijk voor de contacten in Somalië. Hij reist bijna iedere week, als de veiligheid het toestaat, naar het land. Zodra een meisje in nood is, wordt Ancion ingezet.
"Met een scherfvest aan en een helm op vliegen we met de EU of de VN die kant op. Eenmaal in Somalië doen we ons best om met de lokale autoriteiten een zo goed mogelijk kader te scheppen om een meisje daar weg te krijgen. Dit is zeker niet zonder risico’s."
Drie miljoen euro
Het kabinet maakte vandaag bekend tot en met 2017 jaarlijks een miljoen euro beschikbaar te stellen voor de aanpak van huwelijksdwang, eergerelateerd geweld en homofobie. Daarmee krijgen bijvoorbeeld docenten op middelbare scholen training om de signalen van huwelijksdwang te herkennen.
"Zelf beslissen met wie je trouwt, of je op mannen of vrouwen valt of dat je wilt scheiden van je partner. Het zijn fundamentele waarden in ons land. Cultuur, religie of traditie mag nooit een excuus zijn om deze essentiële vrijheden in te perken", schrijft minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.