In de achterstandswijken van Rotterdam is er een hoge babysterfte en zijn er veel problemen rondom de geboorte van een kind. Bureau Frontlijn wil met het programma 'Moeders van Rotterdam' de kansen voor kinderen in achterstandswijken vergroten door zwangere vrouwen en jonge moeders te begeleiden.
'Moeders van Rotterdam' bestaat uit een team van 30 vrouwen. Ze zijn allemaal jong, maar de meesten zijn zelf geen moeder. Het project startte in februari dit jaar en is een groot succes. Binnen een jaar zouden 80 moeders geholpen worden, maar het jaar is nog niet om en inmiddels krijgen al 210 vrouwen begeleiding.
Het programma bestaat uit een combinatie van medische, sociale en pedagogische interventies tijdens de zwangerschap en de eerste vier levensjaren van het kind. Het team gaat op huisbezoek en coacht de (aanstaande) moeders op het gebied van wonen, werk, gezondheid en opvoeding en leert hen zo op eigen benen te staan.
'Niet in m'n eentje'
Moeders in achterstandswijken hebben vaak veel problemen en ervaren hierdoor stress, wat schadelijk is voor het ongeboren kind. Door armoede, slechte huisvesting, relatieproblemen en schulden roken veel vrouwen en gebruiken ze alcohol en drugs. Vaak lukt het de vrouwen niet om de problemen alleen op te lossen.
Verloskundigen en gynaecologen van het Eramus Medisch Centrum sturen die vrouwen door naar Bureau Frontlijn. "Ik kwam zo ook in aanraking met het team", vertelt een vrouw bij wie Nieuwsuur langsgaat. Ze is hoogzwanger en heeft al een zoontje. "Ik kon het niet allemaal in m'n eentje, was in de war. Thuis begeleiding krijgen vind ik wel fijn."
'Studenten brengen energie'
Bureau Frontlijn is uniek in Nederland. De organisatie werkt uitsluitend voor mensen in achterstandswijken. "We proberen de problemen van de bewoners zo effectief mogelijk op te lossen", zegt Barend Rombout, hoofd van Bureau Frontlijn.
Een groot deel van het werk wordt gedaan door stagiaires, die de organisatie streng selecteert. "Het gaat om derdejaars hbo-studenten pedagogiek, maatschappelijke dienstverlening en toegepaste psychologie, die goed worden begeleid door onze professionals", zegt Rombout.
"De professionals houden het gezin in de gaten, maken een plan en gaan zelf langs. Maar het kost heel veel tijd en energie om de moeders een paar stapjes de ladder op te helpen. Die energie leveren de studenten."
Vroeg ingrijpen
De (aanstaande) moeders worden geholpen tot ze zelfredzaam zijn. Dat duurt soms tot het kind 2,5 jaar oud is. Het doel van het project is dat de moeders niet alleen een gezond kind ter wereld brengen, maar ook dat er een veilige hechting is tussen moeder en kind en dat zij in staat is om haar kind goed op te voeden.
"We kwamen erachter dat hoe eerder je in het leven van een kind ingrijpt, hoe beter het rendement op de lange termijn is als ze volwassen zijn", zegt Jantine de Jong van 'Moeders van Rotterdam'.