De blauwe irissen op Van Goghs ‘Veld met irissen bij Arles’ waren ooit paars, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Het rood verdwijnt namelijk langzaam uit de schilderijen van Van Gogh. De verkleuringen ontstaan doordat de rode kleurstof in de verf sterk achteruit gaat. De veroudering is nu met behulp van informatica duidelijker in beeld gebracht.
Aantasting door licht
De conclusie komt van wetenschappers die onderzoek doen naar het werk van Van Gogh. Het gaat om een gezamenlijk onderzoeksproject van wetenschappers van de Universiteit Tilburg, het Van Gogh Museum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een speciaal computerprogramma moet nu vaststellen welke belichting op een schilderij zo min mogelijk kleurvervaging veroorzaakt.
In het Van Gogh Museum in Amsterdam is de verlichting inmiddels met de helft teruggebracht. Daarmee wordt de schade aan de schilderijen zo klein mogelijk gehouden.
"Aan de hoeveelheid licht die gedurende 30 jaar op een schilderij mag komen, zit nu een maximum", zegt Kees van den Meiracker, hoofd Collectiebeheer van het Van Gogh Museum. "Afhankelijk van de hoeveelheid uren die je een schilderij tentoonstelt, kan het zijn dat je na twintig jaar die limiet hebt bereikt, of je kunt het door minder tentoonstellen tot aan dertig jaar rekken. Met maatregelen als omgevingslicht, donkere achterwanden en het terugbrengen van het licht tot ongeveer de helft van wat het aan aantal jaren geleden was, kunnen we veel oplossen."
Senior-restaurator Ella Hendriks van het Van Gogh Museum doet onderzoek naar het schilderij ‘Veld met irissen bij Arles’ dat Van Gogh in 1888 voltooide.
Aan de hand van natuurwetenschappelijk onderzoek ontdekte zij dat de blauwe irissen ooit paars geweest moeten zijn en dat de rode verf in het schilderij steeds lichter wordt. Dit is het gevolg van de aantasting van rode lakpigmenten door licht.
Normen
Het verval van de kleuren is beter in kaart gebracht door het gebruik van computer-modellering. Ella Hendriks vreest dat als er geen maatregelen worden genomen de kleurstof binnen enkele decennia zo goed als verdwenen is. Mogelijk moeten musea wereldwijd de normen voor belichting aanpassen om de schilderijen tegen verkleuring te beschermen.
De schilderijen worden bij restauratie niet in het originele kleurenpalet hersteld. Maar de onderzoekers willen wel digitale reconstructies maken van hoe de werken er oorspronkelijk uit hebben gezien.
Deze simulaties kunnen als uitgangspunt dienen bij het bepalen van nieuwe richtlijnen voor belichting. Het betrekken van informatici in de conservatie en restauratie van kunst is een nieuwe ontwikkeling.