Verboden Down-test steeds vaker aangeboden

Tientallen verloskundigen en gynaecologen bieden zwangere vrouwen een prenatale bloedtest aan, terwijl dat volgens minister Schippers in strijd is met de wet. Met de NIP-test kan worden opgespoord of het ongeboren kind lijdt aan het syndroom van Down.

De test mag in Nederland alleen worden afgenomen bij vrouwen met een verhoogd risico op een baby met een afwijking. Toch bieden zeker tien ziekenhuizen en vijftig verloskundigenpraktijken ook andere vrouwen de mogelijkheid hun bloed te laten testen in België, zegt het laboratorium dat de testen uitvoert.

Vorig jaar augustus kwam al naar buiten dat zeker vier ziekenhuizen de wet omzeilden. De NIP-test wordt gezien als niet-riskant en heel betrouwbaar. In België is de test wel voor alle zwangeren toegestaan.

Zestig vrouwen per week

Het bloed wordt getest door het laboratorium Gendia in Antwerpen. Gendia rijdt elke week door Nederland om de bloedmonsters op te halen. Wekelijks wordt het bloed van zeker zestig Nederlandse vrouwen getest.

Directeur Patrick Willems van Gendia vindt dat Schippers de wet verkeerd interpreteert. De minister ziet de NIP-test als een vorm van screening, terwijl dat volgens Willems niet het geval is. "De hielprik die je doet bij alle pasgeboren is screening. Een test zoals NIPT, die je doet bij een zeer kleine fractie van de populatie, is dat allerminst."

Eerder bleek al dat vrouwen zelf naar het Antwerpse laboratorium reizen om een buisje bloed af te laten nemen. Ze moeten de test, die zo'n 600 euro kost, zelf betalen.

Inspectie

De Volkskrant schrijft dat bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg meldingen zijn binnengekomen over het aanbod van de NIP-test. De inspectie is een onderzoek gestart.

Het voordeel van de NIP-test is dat er geen risico bestaat op een miskraam. De andere prenatale onderzoeken naar Down, de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie, brengen dat risico wél met zich mee.