Het onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR heeft de kosten van de vogelgriepuitbraak berekend, inclusief de ruimingen, exportschade en het vervoersverbod. Tot nu toe kost de uitbraak de sector en de overheid tussen de 32 en 39 miljoen euro. Flink lager dan de schade na de uitbraak in 2003, die was naar schatting driehonderd miljoen euro.
In een groot deel van het land mogen pluimveebedrijven vanaf vandaag weer beginnen met het uitbroeden en vervoeren van vleeskuikens. Rond de door vogelgriep getroffen bedrijven in het westen van het land blijven wel beperkende maatregelen van kracht.
Geen afnemers
In het Noord-Brabantse Someren zitten veel pluimveehouders. Twan Engelen runt er samen met zijn broer een vermeerderingsbedrijf met 48.000 kippen. Inmiddels is het vervoersverbod opgeheven, maar door de vogelgriep heeft Engelen 400.000 eieren op voorraad. Ze wachten nog op een afnemer. "Het is niet bekend welke afnemer op dit moment onze eieren wil."
De vorige vogelgriepuitbraak in 2003 ligt de Brabantse broers nog vers in het geheugen. Het pluimveebedrijf moest preventief worden geruimd. Twan Engelen: "Voor ons als jonge ondernemers was dat gewoon bijna een ramp. Je ziet in één keer de toekomst die je voor je ziet, wegvallen. Vijf jaar werden we teruggeworpen. Dus alles wat je in vijf jaar verdiend hebt, geef je in twee weken toe."
Het is natuurlijk heel vervelend dat het je overkomt, maar als je de strijd overleeft, kom je er vaak ook weer sterker uit.
Even verderop zit het pluimveebedrijf van Jan Verhoijsen. Ook zijn kippen werden elf jaar geleden preventief afgemaakt. De schrik zit er ook nu weer in. "Een vogelgriepvirus heeft toch een grote impact op de bedrijven", zegt Verhoijsen. "Niet alleen geestelijk, maar ook financieel doet het je wel wat."
Verschil met 2003
Volgens landbouweconoom Peter van Horne, van LEI Wageningen UR, is er een groot verschil met de situatie van 2003. "Er zijn toen maandenlang bedrijven geruimd, dus dat had een veel grotere impact op de sector en lange periodes van leegstand en te weinig productie. Dat is niet te vergelijken met wat er nu gebeurt."
Als er geen nieuwe uitbraken bijkomen, dan is de schade voor de pluimveesector te overzien, zegt Van Horne. "Het is wel een klap, maar het is een klap die de sector kan hebben. Er zijn redelijk goede jaren geweest voor de pluimveevleessector. De eiersector heeft de laatste jaren wat minder gedraaid, maar die is ook minder getroffen nu door deze uitbraken. Er zijn wel reserves en buffers om het op te vangen."
Kwaliteitsproduct
Pluimveehouder Twan Engelen ziet in de aanpak van de vogelgriep niet alleen een bedreiging, maar ook een kans. "De kans dat wij aantonen dat wij een veilig product hebben wat wij verkopen. "
"Op korte termijn doen deze maatregelen pijn. Je hebt geen geld op je rekening staan. Maar op lange termijn kan het perspectief geven omdat wij een kwaliteitsproduct verkopen en daarvan ook zeggen: wij borgen ons product dat het vogelgriepvrij is. Grotere afnemers in Nederland, Europa en buiten Europa willen gewoon een zeker product hebben."
Zijn collega Jan Verhoijsen ziet ook perspectief. "Het is natuurlijk heel vervelend dat het je overkomt, maar ik zeg altijd zo: als je de strijd overleeft, kom je er vaak ook weer sterker uit."
Directe schade
In de Nederlandse pluimveesector gaat 1,5 miljard euro per jaar om. Er werken 25 duizend mensen in de sector. Per jaar worden zo’n 500 miljoen kippen grootgebracht en geslacht. Nederland produceert 10 miljard eieren voor consumptie. Een groot deel van de productie gaat naar het buitenland, naar Duitsland en Groot-Brittannië.
Landbouweconoom Peter van Horne becijferde de kosten van de vogelgriepuitbraak, inclusief de ruimingen, exportschade en het vervoersverbod. Hij schatte de schade van de ruimingen en het stilleggen van slachterijen in de eerste twee weken op 15 tot 20 miljoen. In vergelijking met de grote uitbraak van 2003 valt dat mee, want de directe schade was toen naar schatting 300 miljoen euro.