Verslaggever Jan Eikelboom is een aantal keer te gast bij de moskee 'De Middenweg' in Rotterdam. Daar spreekt hij onder anderen met Asma Claassen, die lezingen geeft in de moskee. Zij bekeerde zich in 1987 tot de islam.
Claassen zegt dat ze moslim is, maar "wel nog gewoon Nederlands". Toch merkte ze al gauw dat ze door haar landgenoten niet langer zo gezien werd. "Ik liep een keer een winkel binnen en er stond een hele lange rij bij de kassa. Toen zei ik: 'Zo, het is druk zeg!' Vervolgens werd er heel boos 'rot op naar je eigen land! naar me geroepen'. Toen dacht ik: huh? In welk land had je me gehad willen hebben?"
Ze heeft het gevoel dat in de afgelopen jaren de negativiteit ten opzichte van de islam is verergerd. "Als moslim word je neergezet als crimineel of als achterlijk. Dat is echt iets wat je merkt op straat en in de samenleving. Dat je je steeds meer moet verdedigen."
Niet origineel
Eikelboom mag per uitzondering aanwezig zijn bij een van de vrouwenavonden in de Rotterdamse moskee. Daar spreekt hij met verschillende moslima’s. Wanneer hij over hun hoofddoek begint, reageren ze geërgerd. "Ik vind je vragen niet zo origineel", zegt Saida Agourram. De vrouwen vertellen dat ze moe worden van de vele vragen over hun kledingkeuze of religieuze praktijken.
"Wij zijn ook gewoon burgers die hier wonen. Wij hebben ook bedrijven, runnen zaken, betalen belasting en hebben mensen in loondienst", zegt Zehra Unal. `Ik mag gewoon zijn zoals ik wil zijn. Waarom moet ik me verontschuldigen en uitleggen wat ik doe? Daar voel ik helemaal niks voor."
Goede voorbeeld
Na het vrijdagmiddag-gebed, waar vooral mannen aanwezig zijn, spreekt Eikelboom met een aantal moskeegangers. Zij wijzen naar de media, die negatief berichten over de islam. Maar ook moslims zelf dragen bij aan het negatieve imago; zij zouden zelf het goede voorbeeld moeten geven.
Prediker Ali Houri Al Khattab noemt de islam een vredelievende godsdienst. Moslims zouden die kant van de islam veel meer moeten laten zien, vindt hij. De eerste generatie was daar nauwelijks toe in staat, omdat zij de Nederlandse taal niet beheerste. Maar de tweede en derde generatie kan dat wel. "Ik vind dat de volgende generatie daar echt een inhaalslag in moet maken", zegt Al Khattab.