Haarlems bedrijf greep naast mondkapjesdeal, 'maar niet vanwege Van Lienden'
Lars Geerts
Politiek verslaggever
Lars Geerts
Politiek verslaggever
De mondkapjes van het Haarlemse bedrijf NIHW zijn niet afgewezen omdat er al een deal was gesloten met Sywert Van Lienden. De reden was dat de prijs te hoog en de voorwaarden ongunstig waren. Dat zegt het voormalige hoofd van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH).
NIHW spande deze week een rechtszaak aan tegen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het bedrijf zegt dat er een overeenkomst lag voor de levering van mondkapjes aan VWS die op het laatste moment werd afgezegd.
Van Lienden
In hetzelfde weekend dat NIHW naar eigen zeggen een voorschot zou krijgen, sloot de staat een overeenkomst met de stichting Hulptroepen Alliantie van Van Lienden. Dat was een order van 40 miljoen mondkapjes ter waarde van 100 miljoen euro. Van Lienden en zijn twee zakenpartners hielden er 20 miljoen euro aan over, terwijl ze publiekelijk zeiden geen winstoogmerk te hebben.
Volgens NIHW is het geen toeval dat de overeenkomst werd afgezegd nadat er een akkoord met de club van Van Lienden was gesloten. Door die overeenkomst werden de mondkapjes van het Haarlemse bedrijf overbodig. Hoewel er al een afspraak voor levering was en de mondkapjes al waren besteld, werd de order toch afgezegd, zegt het Haarlemse bedrijf. NIHW wil nu de schade die daardoor is geleden, verhalen op de overheid.
Voldeden niet aan eisen
Volgens het toenmalige hoofd van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, Rob van der Kolk, heeft de overeenkomst met Van Lienden niets met de afwijzing te maken. Het LCH kreeg de overeenkomst met NIHW wel voorgelegd door het ministerie, maar het consortium kon zelf beslissen of het die over zouden nemen. Omdat de voorwaarden niet voldeden aan de eisen van het LCH ging de deal niet door.
De prijs van de mondkapjes was volgens Van der Kolk te hoog. NIHW vroeg 2,82 euro per mondkapje, terwijl het consortium een maximumprijs hanteerde van 2,50. Daarnaast was de creditcheck van het bedrijf negatief, stelt Van der Kolk. NIHW wilde een aanbetaling van 100 procent van het totale bedrag. Het LCH hanteerde op dat moment een bovengrens van 50 procent.