Een jaar na de Balkanroute: onzekerheid voor Algerijnse Dib in Duitsland
Dit keer zou het geen enkel probleem zijn, schrijft hij, als ik hem benader voor een portret voor radio en tv. Een jaar eerder ontmoetten we elkaar in Idomeni. Alleen Syriërs, Irakezen en Afghanen waren nog welkom op de Balkanroute, die toen nog deels 'open' was. Maar Dib mocht niet verder, want hij is een Algerijn.
"Ja hoor, je mag m’n mooie gezichtje filmen dit keer!" In Idomeni wilde hij niet herkenbaar in beeld, bang voor een mislukking van de onderneming. Als hij terug naar Algerije zou moeten, zou een coming out op tv niet handig zijn. Dib is homo en gevlucht voor verkrachting en intimidatie in zijn thuisland.
"Mijn moeder is blij dat ik nu in Duitsland ben", vertelt Dib me in de keuken van zijn nieuwe onderkomen. "Enerzijds omdat ik veilig ben nu. Anderzijds omdat de schande uit haar huis weg is. Ik maakte haar leven erg moeilijk, door te zijn wie ik ben."
Ik mag hem herkenbaar in beeld brengen nu, want hij is veilig in Duitsland. Hij reisde illegaal naar West-Europa, met behulp van smokkelaars, stak grenzen over die eigenlijk dicht waren.
De eerste dag dat we elkaar weer zien, doe ik dat ook. Ik film hem tijdens het interview zoals dat normaal gebeurt. Maar de tweede opnamedag is er iets veranderd. Hij is een tijdje niet te bereiken. En als we elkaar dan uiteindelijk weer zien, vertelt hij me dat hij niet in beeld wil. Een Libanese homo, die in het zelfde Duitse opvanghuis woont, heeft te horen gekregen dat hij geen asiel krijgt. Hij moet terug naar zijn thuisland. Het maakt Dib bang. Wat als ook hij terug moet naar Algerije? Hij wil niet langer in beeld zijn verhaal vertellen. En dus worden het kunstgrepen: handen, voeten, een sigaret.
Dib wil blijven. "Hier voel ik me weer mens", vertelt hij. "Hier kan ik zijn wie ik ben, strakke broeken dragen als ik dat wil. Niemand die ernaar vraagt." En hier ook geen verkrachtingen door religieuzen die zijn geaardheid afwijzen, geen stenen naar zijn hoofd als hij probeert thuis te komen.
Dib beseft dat Duitsland is veranderd. Dat het 'Wir schaffen das' niet langer het motto is. En na de gebeurtenissen in onder meer Keulen is hij als Noord-Afrikaan per definitie verdacht. "Ik werd erop aangesproken door een Duitse man. Ik heb m’n excuses aangeboden. Deze jongens besmeuren mijn afkomst."
Dib is onzeker over zijn toekomst. Hij wil blijven. Misschien wel danser worden. Maar of hij asiel krijgt? Het is onzeker. Dib durft geen antwoord te geven. "Ik weet het niet. Ik weet het niet. Teruggaan kan niet meer."