Van theaterzaaltje naar derde Paralympische Spelen: 'Boccia-ploeg is beter dan ooit'
Anne van Eijk
redacteur NOS Sport
Anne van Eijk
redacteur NOS Sport
"Noem een land en er wordt boccia gespeeld." In Nederland is het een hele kleine sport, maar internationaal gezien is boccia groot, vertelt bondscoach Roy de Haas. En eens in de vier jaar, tijdens de Paralympische Spelen, staat de sport in de schijnwerpers.
Ook in Nederland dit keer, want voor de derde keer in de historie reist een Oranje-delegatie af naar de Spelen. "We doen het beter dan ooit."
Dertien jaar geleden, toen De Haas voor het eerst in aanraking kwam met de boccia-sport, trainde het nationale team één keer in de week op zaterdag. "Toen had het nog niet veel met topsport te maken", erkent de bondscoach. "In de periode daarna werd dat opgevoerd naar twee dagen in de week."
Rare kwalificatie
In die periode wist Daniël Perez zich individueel te kwalificeren voor de Spelen van 2016. "Dat ging een beetje raar", herinnert De Haas zich.
"Het team voldeed namelijk niet aan de eisen van NOC*NSF. Dus we mochten eigenlijk geen team uitzenden, maar de internationale bond was het daar niet mee eens. We mochten niet enkel Perez als individu sturen, dus toen mochten we alsnog een team afvaardigen."
Daarmee is het balletje in Nederland wat harder gaan rollen. "Destijds trainden we nog in Groesbeek in een soort theaterzaaltje en waren we een heel klein beetje begonnen met krachttraining. We hadden wat losse dumbbells en elastieken. Inmiddels trainen we in Sporthallen Zuid in Amsterdam, een TeamNL-locatie, en werken we met allerlei specialisten: krachttrainer, sportpsycholoog, fysiotherapeut. Heel de omgeving is geprofessionaliseerd."
Analyses en statistieken
Er is zelfs een video-analysesysteem, waarmee alle acties tijdens een wedstrijd kunnen worden bijgehouden. Assistent-coach Anisha Tersteeg haalt de tablet tevoorschijn en laat zien hoe ze - met name tijdens wedstrijden - live taggen. "We houden bijvoorbeeld bij wie de bal gooit, waarvandaan die gooide, waar de bal terechtkomt, wat de bedoeling van de bal was en hoe de uitvoering was."
Daar komen uiteindelijk statistieken uit die de coaches kunnen terugkoppelen naar de sporter. "Je kunt terugzien welke soort ballen goed gingen en welke minder. Dan kun je daar gericht op trainen."
Naast tactiek - er zijn heel veel verschillende worpen die je kan doen - is ook kracht een belangrijk element bij boccia.
"De ballen moeten aan bepaalde eisen voldoen, qua omtrek, gewicht en zachtheid. We merken dat de ballen steeds meer naar de zachtere kant gaan. En als je twee zachte ballen tegen elkaar hebt liggen in het veld, is het moeilijk die uit elkaar te spelen. Dat kan alleen als je met snelheid de bal gooit. Krachttraining wordt dus steeds belangrijker."
Positieve uitwerking
Maar over krachttraining met mensen met cerebrale parese is nog maar heel weinig bekend, vertelt De Haas. "Eigenlijk werd krachttraining altijd afgeraden. Er is ook nog maar weinig onderzoek naar gedaan, maar we hebben langzaamaan uitgevogeld dat het wél een positieve uitwerking kan hebben."
En de boccia-spelers hebben er niet alleen in de sport iets aan. De Haas: "Je ziet ze ook op persoonlijk gebied heel erg groeien. Een van onze sporters is van 24-uurshulp naar 3 uur hulp in de week gegaan. Hij kan nu zichzelf aankleden, douchen, van zijn rolstoel naar de bank en dat komt mede door het topsportprogramma. Door krachttraining worden de sporters sterker én krijgen ze meer zelfvertrouwen, want ze kunnen ineens veel meer."