NOS Wielrennen

Bottecchia, Bartali, Coppi en Pantani: Tour-start ode aan Italiaanse wielerhelden

Voor het eerst in de 121-jarige geschiedenis van de Tour de France begint de wielerkoers in Italië. Zondag vindt het Grand Départ plaats in Florence. In de eerste drie ritten worden Italiaanse Tour-helden als Fausto Coppi, Marco Pantani en Gino Bartali geëerd.

"Aan de ene kant is het natuurlijk gek dat de Tour nog nooit in Italië is gestart", vindt oud-renner Tom Dumoulin. "Maar ik begrijp het ook wel. In Italië is de Giro d'Italia heel belangrijk."

"Een stad als Kopenhagen legt flink geld neer om de Tour-start te mogen organiseren. Dat zal in Italië toch minder zijn. Daar is de Giro minstens zo belangrijk, al wordt de Tour er ook breed uitgemeten."

Dat de Tour juist dit jaar in Italië start is geen toeval. Precies honderd jaar geleden, in 1924, werd Ottavio Bottecchia de eerste Italiaanse Tour-winnaar.

Bottecchia was een bijzondere man. Hij leerde fietsen in het leger tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarin hij op een vouwfiets met een mitrailleur op de rug op jacht ging naar Duitsers.

Tweemaal werd hij gevangengenomen door het Duitse leger, maar hij wist beide keren te ontsnappen. Na de oorlog werd hij met een medaille onderscheiden voor zijn dapperheid.

Ottavio Bottecchia

De eenvoudige boerenzoon bleef fietsen en won enkele jaren na de oorlog de Tour de France in 1924. Bottecchia veroverde al in de eerste etappe de gele trui en stond die niet meer af.

Mysterieuze dood

Drie jaar na zijn Tour-zege overleed Bottecchia op mysterieuze wijze. Pas jaren later kwam de vermoedelijke doodsoorzaak aan het licht: tijdens een trainingsrit zou hij zijn neergeschoten door fascisten van Benito Mussolini, omdat Bottecchia openlijk tegenstander was van diens regime.

Voormalig Tour-winnaars Gino Bartali (1938 en 1948) en Gastone Nencini (1960) zagen het levenslicht in een dorp vlak buiten Florence, waar zondag het Grand Départ is.

Met name Bartali geldt als een enorme sportheld in Italië. Bij zijn Tour-zege in 1948 won hij liefst zeven etappes. De populariteit van het wielrennen in Italië is voor een belangrijk deel op zijn conto te schrijven.

Dumoulin, in 2017 winnaar van de Giro d'Italia en groot liefhebber van Italië, vindt het mooi hoe renners als Bartali geëerd worden. "Er is geen enkel ander land dat zijn sporthelden zo eert als Italië. Dat geeft de Tourstart dit jaar echt een extra tintje."

Pantani

De tweede etappe is een hommage aan de populairste Italiaanse renner van de laatste decennia: Pantani. 'Het Olifantje' of 'De Piraat', zoals hij liefkozend werd genoemd, won de Tour in 1998.

Pantani wordt gehuldigd als Tourwinnaar

De rit begint in Cesenatico, een kustplaatsje waar de kale klimmer met de flaporen opgroeide. Op een steenworp afstand van de start staat een standbeeld van Pantani en in de eerste kilometers passeren de renners het Spazio Pantani, een museum over de in 2004 op 34-jarige leeftijd overleden Italiaan.

In de derde etappe wordt misschien wel de beste Italiaanse wielrenner aller tijden geëerd. Een heuvel met daarbovenop het kasteel van Tortone is omgedoopt tot een klim van de vierde categorie met de naam Côte de Tortone Fausto Coppi.

Coppi woonde in het Noord-Italiaanse dorp. 'Il Campionissimo' won de Tour bij zijn debuut in 1949 en drie jaar later nog eens. Bij die tweede zege verpulverde hij de concurrentie. De nummer twee gaf 28 minuten en 17 seconden toe op Coppi: nog altijd de grootste marge voor een naoorlogse Tour-winnaar.

Fausto Coppi en Gino Bartali in 1951

Wat de Italiaanse toprenners gemeen hebben, naast hun kwaliteiten op de fiets, is een bijzonder levensverhaal. Bottecchia kwam raadselachtig om het leven, Bartali hield tijdens de Tweede Wereldoorlog achthonderd joden uit handen van de nazi's, Pantani raakte na een dopingschorsing depressief en verslaafd aan cocaïne en de katholieke Italianen vonden het een schandaal dat Coppi een buitenechtelijke relatie bleek te onderhouden.

De laatste jaren is de Tour verstoken gebleven van dergelijke kleurrijke Italiaanse toprenners. Het lange tijd zo succesvolle land wist al sinds 2019 geen ritzege meer te boeken.

Het is maar de vraag of daar dit jaar verandering in komt. "Echte toprenners heeft Italië ook dit jaar niet", ziet Dumoulin. "Al zou klimmer Giulio Ciccone een mooie renner zijn om een etappe te winnen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl