'Vredesconferentie' van start, Oekraïners zien vrede pas zitten als Rusland is verdreven
Christiaan Paauwe
correspondent Midden- en Oost-Europa, nu in Lviv
Christiaan Paauwe
correspondent Midden- en Oost-Europa, nu in Lviv
In Zwitserland is dit weekend een vredestop voor Oekraïne. Volgens de Zwitserse regering moet de bijeenkomst "een toekomstig vredesproces inspireren". Maar de belangrijkste andere speler - Rusland - is niet uitgenodigd en had vooraf sowieso duidelijk gemaakt er niet bij te willen zijn.
President Poetin suggereerde aan de vooravond van de top wel open te staan voor onderhandelingen, zolang Oekraïne bezet gebied opgeeft. Het voorstel is direct afgewezen door Oekraïne.
'Niet toegeven'
"We zouden vandaag nog vrede willen", zegt Natalia op straat in Lviv, de grootste stad in West-Oekraïne. "Maar niet als we land of iets anders moeten opofferen. We hebben eerder al onze nucleaire wapens opgegeven."
Want, denken ze in Oekraïne, Rusland mag niet wegkomen met agressie. Tien jaar geleden begon het land al met de bezetting van de Krim en een deel van de Donbas. Toen besloot Oekraïne dat conflict te bevriezen, zegt student Semen (20). "Als we dat nu weer doen, dan doet Rusland dit in vijf of tien jaar opnieuw."
Wel hebben sommige Oekraïners hun verwachtingen bijgesteld. Student Sergej wilde aan het begin van de oorlog dat Rusland volledig verslagen zou worden in Oekraïne. "Nu wil ik simpelweg dat de gevechten stoppen. En dat Rusland zich terugtrekt van ons grondgebied."
Hoewel uit onderzoek blijkt dat Oekraïners steeds meer openstaan voor onderhandelingen, gaat dat gepaard met een belangrijke voorwaarde: Rusland moet bezet gebied teruggeven. Het tegenovergestelde dus van wat Poetin als voorwaarde stelt voor onderhandelingen: dat Oekraïne bezet gebied opgeeft.
Een recente peiling van de denktank Carnegie Endowment for International Peace stelt dat de meeste Oekraïners nog altijd denken dat een overwinning mogelijk is. Al is de groep die denkt dat Oekraïne aan het winnen is ongeveer even groot als de groep die denkt dat geen van beide partijen aan het winnen is (ongeveer 40 procent).
Verschillen tussen generaties Oekraïners
Als het neerkomt op doorvechten tot al het bezette gebied bevrijd is, komt er een opvallend onderscheid naar boven. Slechts 40 procent van Oekraïners tussen 18 en 25 jaar vindt dat het land moet doorvechten tot ál het bezette gebied is terugveroverd. Bij de generatie boven de 60 jaar is dat 60 procent.
Volgens de denktank is dat te verklaren door het feit dat de jongere generatie de oorlog zal moeten uitvechten. Ook kijken ouderen vaker naar de door de regering aangestuurde publieke zender, waar overwegend optimistische berichtgeving wordt gedeeld die volgens critici meer weg heeft van propaganda.
Waar vrijwel alle Oekraïners het in ieder geval mee eens zijn, is dat vredesonderhandelingen onder Russische voorwaarden geen optie zijn. Ook niet voor de 47-jarige Olena, die bij de Nationale Garde zit en uit de door Rusland bezette regio Loehansk komt. "Ik wil weer naar huis kunnen. Ik wil niet dat dit grondgebied opgegeven wordt en bezet blijft."
Maar of Oekraïne dit gebied kan terugwinnen, hangt volgens haar volledig af van de steun van bondgenoten. "Als we dit kwaad alleen moeten bestrijden, dan maken we geen kans."
Kans voor Zelensky
De vredestop in Zwitserland dit weekend wordt dan ook gezien als een gelegenheid voor Zelensky om meer landen achter de Oekraïense zaak te krijgen. Dan gaat het vooral om landen in de Global South, zoals India, die vanwege de economische en diplomatieke banden geen kleur durven te bekennen.
Oekraïne wil zich op deze top vooral hardmaken voor drie punten: het veilig stellen van een nucleaire reactor in bezet gebied, voedselveiligheid voor ontwikkelingslanden die afhankelijk zijn van Oekraïense export, en de uitwisseling van krijgsgevangenen.
Zelensky hoopt dat hij straks met genoeg landen de druk op Rusland kan opvoeren. Al zal Ruslands belangrijkste bondgenoot op het moment China ook niet aanwezig zijn bij de top. "Een oplossing voor het conflict zal er niet uit komen", concludeert student Sergej. "Maar ik hoop wel dat het wat concrete plannen en meer hulp van landen zal opleveren."