Minder warmtepompen, meer diesel: afhankelijkheid energie-import wordt groter
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat en Energie
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat en Energie
Het nieuwe kabinet wil doorgaan met "zinnige klimaatmaatregelen", onder meer om ervoor te zorgen dat Nederland voor zijn energietoelevering niet meer afhankelijk is "van regimes waar we niet van afhankelijk willen zijn". Dat voornemen werd uitgesproken op de gezamenlijke presentatie van de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB.
Daar werden ook enkele energiemaatregelen uitgelicht. Het gaat bijvoorbeeld om belastingvoordelen, zoals het verlagen van de energiebelasting op gas, het niet terugdraaien van accijnsverlagingen op benzine en diesel en een lager belastingtarief op diesel voor de landbouw. Energie-experts stellen echter dat die juist een tegenovergesteld effect zullen hebben: een grotere afhankelijkheid van import.
Goedkopere energie wordt meer gebruikt
De plannen van het nieuwe kabinet moeten de energiekosten drukken voor automobilisten, huishoudens en boeren. Het eerste probleem met de voorgestelde belastingvoordelen is dat gratis geld niet bestaat. Het financiële voordeel op benzine aan de pomp, de gasrekening en de goedkopere diesel voor de landbouw moet de samenleving als geheel elders terugbetalen. Maar wel met één belangrijk verschil: als energie goedkoper wordt, zullen we er meer van gebruiken.
Behalve de lagere energiebelastingen wordt er een rem gezet op de gastransitie: het vorige kabinet wilde verduurzaming versnellen door vanaf 2026 warmtepompen verplicht te maken op plekken waar zo'n gasvrije verwarming zichzelf binnen zeven jaar financieel zou terugverdienen. Ook dit plan wordt door het nieuwe kabinet geschrapt.
Tot slot wil het nieuwe kabinet per 2025 de subsidie op elektrische auto's afschaffen, waardoor ook de elektrificatie van het wegverkeer wordt geremd, en wordt de maximumsnelheid verhoogd naar 130 kilometer per uur.
Extra geld voor Saudi-Arabië en Iran
Al deze maatregelen zullen leiden tot verhoging van de vraag naar olie en gas - en dus automatisch tot extra import, zegt energie-expert Jilles van den Beukel van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS).
Nederland en de rest van West-Europa hebben geen ruimte om zelf meer olie en gas te produceren, en dat geldt ook voor de Verenigde Staten. Bovendien is de internationale energiehandel een verbonden markt. Het is dus niet mogelijk om als Nederland selectief olie en gas te importeren uit de VS, zegt Van den Beukel. En zelfs als dat wel zou kunnen, profiteren andere grote exporteurs, zoals Saudi-Arabië, Qatar, Iran, Azerbeidzjan en Rusland automatisch mee van de prijsstijgingen die worden veroorzaakt door extra vraag naar olie en gas .
"Lagere energiebelastingen en minder stimulering van elektrische auto's en warmtepompen kunnen ertoe leiden dat onze fossiele import hoger uitvalt en daarmee de afhankelijkheid van exporterende landen toeneemt", beaamt energie-expert Kees van der Leun van adviesbureau Common Futures. "Uiteindelijk leidt meer import altijd tot meer inkomsten voor regimes waar wij niet mee willen werken, omdat olie en gas wereldmarkten zijn waarin extra vraag zorgt voor extra productie en export."
Verduurzamende maatregelen ontbreken nog
Om dit te voorkomen, zijn volgens Van der Leun extra maatregelen in de andere richting nodig. "Het totale effect van de beleidsvoorstellen op de benodigde import van olie en gas moet doorgerekend worden, en vervolgens moeten er compenserende maatregelen worden genomen voor maatregelen die deze import vergroten."
Ook onafhankelijk energie-expert Marien Boonman vindt dat er maatregelen ontbreken die verduurzaming blijven bevorderen. "Dat mis ik in het akkoord: er wordt nu wel geprobeerd om consumenten te beschermen tegen energiekosten, maar een ambitieus pakket om hen te helpen te verduurzamen heb ik nog niet kunnen ontdekken."