Noorden van Gaza verwoest en onleefbaar, toch keren Palestijnen terug naar huis
Eliane Lamper
redacteur Buitenland
Eliane Lamper
redacteur Buitenland
In vrijwel elke straat in het noorden van Gaza doemt hetzelfde beeld op: karkassen van wat ooit huizen waren. Nu het Israëlische leger steeds meer troepen terugtrekt uit het noorden, zijn duizenden Palestijnen teruggekeerd naar hun huis, in de hoop dat er nog wat van over is en ze daar kunnen overleven. Van de 2,2 miljoen mensen die in Gaza wonen, zijn er 1,9 miljoen op de loop voor het geweld.
Oum Ahmed al-Mana'a sloeg meermaals op de vlucht en kwam onlangs terug in haar huis in Beit Lahiya. "We herkenden ons gebied niet meer. Mijn zoontje zei: mam, het lijkt wel op een spookstad die je op televisie ziet." Ze schuilde met haar gezin in het Kamal Adwan-ziekenhuis, dat in december werd omsingeld door het leger.
Al-Mana'a wist met haar kinderen weg te komen uit het ziekenhuis, en verbleef in een van de VN-scholen. Toen daar infectieziekten uitbraken, besloot ze de reis terug naar huis te wagen. "Onderweg naar huis heb ik vreselijke dingen gezien", zegt al-Mana'a. "Ik zag lijken in staat van ontbinding en lichamen die opgevreten waren door straathonden."
Ook Haythem en zijn gezin keerde terug naar hun zwaar beschadigde huis in Jabalia in het noorden:
Eenmaal thuis aangekomen trof ze verwoesting aan. "Alles is kapot en verbrand. Mijn beddengoed is verbrand. De platen van het plafond zijn naar beneden gevallen", zegt ze. Toch kiezen veel inwoners er liever voor om naar huis te gaan als ze daar de kans toe krijgen, dan te verblijven in overvolle scholen en tentenkampen.
Palestijnen die huiswaarts keren verbleven al in het noorden van de Gazastrook. De weg die het noorden en zuiden met elkaar verbindt, is nog steeds afgesloten door het Israëlische leger. Hoewel grondtroepen steeds meer wegtrekken uit het noorden, is dat nog geen veilig gebied. Ook deze week werd daar gebombardeerd, onder meer in Beit Lahiya en Jabalia.
Bijna geen hulp in noorden
Door de vele duizenden Israëlische bombardementen zijn bijna 25.000 mensen gedood en ligt een groot deel van Gaza in puin. Bijna 70 procent van de woningen is verwoest of beschadigd, schreef The Wall Street Journal recentelijk. Dat geldt ook voor ongeveer de helft van alle gebouwen. De krant maakte die schatting op basis van satellietbeelden.
Niet alleen huizen, ook ziekenhuizen, scholen, winkels en landbouwgrond zijn verwoest. Daardoor zal het de komende jaren voor velen vrijwel onmogelijk zijn om in Gaza te leven. Inwoners lijden honger en doen verwoede pogingen om aan eten, brandhout en drinkwater te komen. Daar komt bij dat de noodhulp bewoners in het noorden vrijwel niet bereikt.
Ambulances en eerstehulpposten zijn buiten werking nadat het leger die herhaaldelijk had aangevallen, zegt de Rode Halve Maan. Hulpverleners van de organisatie wisten een paar dagen geleden het noorden na twee maanden weer te bereiken. "Het was een shock voor het team om de verwoesting te zien, die is onvoorstelbaar", zegt Nibal Farsakh, woordvoerder van de Palestijnse tak.
Ik ben teruggekomen. Het is toch mijn huis en ik heb nergens anders waar ik kan verblijven.
Van wat een paar maanden geleden nog de grootste Palestijnse stad was, is weinig meer over. Dat ziet ook Abu Abdallah, die niet zijn volledige naam wil geven. Hij keerde terug naar zijn huis in Gaza-Stad. "Alles is kapot. Het laminaat ligt eruit, er zitten gaten in het plafond en je ziet overal kogelgaten."
Hoewel er steeds minder militairen in het noorden gestationeerd zijn, voelt hij zich niet veilig. "Ik zat hier buiten thee te drinken en er viel een mortiergranaat vlak bij ons", zegt hij. "Ik geloof niet dat dit echt de terugtrekking van de Israëliërs is. Ze kunnen elk moment weer voor je staan met hun tanks."
Op straat probeert Abu Abdallah een vuurtje te stoken om daar wat eten op te koken. Er woont maar een handjevol mensen, alle anderen zijn gevlucht of gedood. Na de omsingeling van het Kamal Adwan-ziekenhuis, waar hij verbleef, besloot ook hij naar huis te gaan. "Ik ben teruggekomen. Het is toch mijn huis en ik heb nergens anders waar ik kan verblijven."