De Azerbeidzjaanse president Ilham Alijev heeft de vlag gehesen in de hoofdstad van Nagorno-Karabach. Azerbeidzjan wist vorige maand na een korte oorlog de controle te krijgen over het betwiste gebied. Veel van de etnisch Armeense inwoners zijn de enclave ontvlucht.
Vanaf 1 januari houdt de zelfverklaarde republiek Nagorno-Karabach op te bestaan. De Azerbeidzjaanse regering had dit geëist van de Armeense separatisten. Nu wappert de vlag van Azerbeidzjan in hoofdstad Chankendi, wat door president Alijev wordt gepresenteerd als een belangrijk moment in het al decennia durende conflict.
Oorlogen
Tussen 1988 en 1994 woedde de eerste oorlog tussen Azerbeidzjan en Armenië over Nagorno-Karabach. Tienduizenden mensen kwam daarbij om het leven. Ruim een miljoen mensen sloegen op de vlucht. De jaren erna laaide het conflict regelmatig op. In 2020 kwam het opnieuw tot een korte oorlog tussen de twee buurlanden met als inzet de enclave in het berggebied.
Tot september dit jaar stond de hoofdstad van de enclave nog onder controle van Armeense strijdkrachten; in het Armeens staat de stad bekend als Stepanakert. Maar de ongeveer twee weken durende oorlog met Azerbeidzjan heeft daar een einde aan gemaakt. De 120.000 Armeense bewoners van de enclave zijn grotendeels gevlucht. Er werd gevreesd voor een etnische zuivering.