De beelden van de verwoesting door storm Daniel in het oosten van Libië maken veel indruk in de Libische gemeenschap in Nederland. Libiërs hier zijn over één ding eensgezind: er is veel hulp nodig, want de Libische overheid kan het niet alleen.
Het dodental staat volgens de regering van Oost-Libië op 5300, maar zegt dat het aantal zeker nog zal oplopen en mogelijk zelfs verdubbelen. De regering van West-Libië houdt inmiddels een hoger dodental aan: 6872. Ruim 10.000 mensen worden nog vermist.
Libische ziekenhuizen en hulpdiensten kunnen de ramp niet aan:
Ayoub Elsheikh heeft familie in het zwaargetroffen Derna. "Sommige mensen zaten op de derde verdieping en zagen hun auto voorbijdrijven", zegt hij. "Alleen al van onze familie zijn 80 mensen vermist. Ik kan niet eens geloven wat er is gebeurd. Ik woon en werk in Rotterdam, maar was er een paar maanden geleden nog. Nu is het hele gebied verwoest."
Het leed blijft niemand bespaard, zegt hij. "Ieder van mijn vrienden, neven of nichten is iemand kwijt. Het gaat dan niet om één persoon, mensen zijn echt hele families verloren. Mijn vader heeft elf ooms en tantes en ze hebben allemaal meerdere familieleden verloren."
Stel je voor dat heel Haarlem is weggevaagd, zo ernstig is het
"Damdoorbraken, bruggen die instorten: zeker zolang ik leef heeft Libië niet zoiets als dit meegemaakt", zegt Enaam Ahmed Ali. Zij is opgegroeid in Nederland, maar het grootste deel van haar familie woont in Libië. "Maar zij wonen wel aan de andere kant van het land, met hen gaat het goed gelukkig."
Ahmed Ali, opgeleid tot ontwikkelingseconoom en voor Nederland vrouwenvertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, heeft wel heel veel vrienden uit het oosten van het land. "Mensen zijn hun huis kwijt, maar ook de hele infrastructuur is weg, het is echt een enorme ramp", zegt ze.
"Stel je voor dat heel Haarlem is weggevaagd, zo ernstig is het. Het is bijna vergelijkbaar met een tsunami, niet in hoogte maar wel in kracht. Hele appartementencomplexen zijn gewoon weggevaagd."
Vanuit de lucht kun je goed zien hoe verwoestend storm Daniel is geweest:
Dat zoiets kan gebeuren, heeft volgens Ahmed Ali met verschillende factoren te maken. "Het land steunt vooral op zand. Dat stroomt eerder weg dan andere grondsoorten. Maar de funderingen van gebouwen zijn er ook niet op gebouwd."
Abdulmohaimen Amer, een data- en AI-ondernemer die in Nederland is geboren en getogen maar familie in Benghazi en Tripoli heeft, beaamt dit. "De infrastructuur en gebouwen zijn niet zo gebouwd dat ze zulke orkanen en overstromingen aankunnen. Vandaar dat Derna bijna volledig verwoest is."
Ahmed Ali merkt dat er verschillende gevoelens leven bij kennissen en vrienden in Libië. "Machteloosheid, verdriet en verslagenheid, maar ook hoop, saamhorigheid en krachten die gebundeld worden. Mensen kijken hoe ze kunnen helpen." Toch is de hulp die mensen in Libië kunnen bieden, nooit voldoende, zegt ze. "Zeker in een land waar de laatste twaalf jaar zoveel onrust is geweest."
Amer ziet ook dat de overheid niet alles kan oplossen. "Libië is op dit moment alles op alles aan het zetten om Derna te ondersteunen. Maar het mist expertise en kennis wat betreft waterrampen. Er moet echt hulp uit het buitenland komen. De schade en situatie zijn veel erger dan men denkt."
Elsheikh, die in 2015 naar Nederland kwam en werkt als designconsultant bij Arcadis in Rotterdam: "Ik zit nu op kantoor, probeer te werken, maar ben ook de hele dag bezig met mijn telefoon. We proberen een gebedsactie op te zetten in de moskee in Rotterdam aan de Middenweg. En we organiseren een geldinzamelingsactie."
Hij wijst ook naar de Watersnoodramp van 1953, de grootste natuurramp van de 20ste eeuw in Nederland. "Ik hoop dat mensen in Nederland zich met deze ramp in Libië kunnen identificeren. Want iets wat we sowieso nodig hebben, is expertise van Nederland op gebied van watermanagement."
Volgens Amer staat de Libische overheid zeker open voor hulp van buitenaf. "De Libische ambassadeur heeft Nederland om hulp gevraagd wat betreft watermanagement, omdat de kennis en expertise daar in Libië ontbreekt. De hulp van buitenaf is echt broodnodig, anders zullen er zoveel meer slachtoffers vallen."
Elsheikh merkt op dat de Libische bevolking veel zelf doet: "Wat ik zie is dat mensen in het hele land samenwerken om te helpen. Mensen zetten hun meningsverschillen en politieke overtuigingen opzij. Iedereen staat op om allerlei hulp te bieden aan Derna. Als ik dat zie, dan geeft het mij een beter gevoel over de situatie. Het laat de kernwaarden zien van de Libische mensen: er voor elkaar zijn en voor elkaar zorgen."