Van der Poels stem piept en kraakt, maar zijn benen geven moed: 'Hoop op nog een kansje'
De stem van Mathieu van der Poel kraakt als een oude platenspeler. Kuchend betrad de Nederlander het podium in finishplaats Belleville-en-Beaujolais, waar hij de prijs kreeg voor strijdlustigste renner van de dag in de twaalfde etappe van de Tour de France.
Op een zeker moment in de finale moet Van der Poel toch even hebben gedacht dat hij het podium als ritwinnaar zou gaan beklimmen. Zijn demarrage uit de kopgroep met 45 kilometer te gaan, op de eerste van drie pittige slotbeklimmingen, was veelbelovend. Het gat met de rest was ineens zo'n dertig seconden.
Een heldhaftige solo leek in de maak, maar op die laatste van drie heuvels, de Col de la Croix Rosier (5,3 kilometer à 7,6 procent), pikten de sterkste klimmers van de vluchtgroep hem weer op. Eigenlijk precies zoals Van der Poel had gepland.
De groep ontsnapte renners zat vol uitstekende klimmers. Betere klimmers dan Van der Poel. En dus moest hij, wetende dat hij in de vlakke aankomst iedereen er wel op zou leggen, iets verzinnen om er niet voortijdig zelf af gereden te worden op een van die drie slotklims. Zelf aanvallen dus en dan aanhaken als hij teruggepakt zou worden.
"Zeker als ik niet de topvorm heb die ik moet hebben. Ik wist dat ik wat speelruimte moest creëren", piepte en kraakte Van der Poel na afloop.
Het plan slaagde niet, of niet volledig, want de aanval van latere winnaar Ion Izagirre bleek te machtig voor Van der Poel. Al sprong hij als enige uit de kopgroep nog wel even mee. Toen Van der Poel zag dat het niet meer ging lukken, nam hij gas terug. Hij kwam uiteindelijk ruim vijf minuten na de winnaar binnen.
'Alles-of-niets'
"Ik heb alles-of-niets gespeeld, maar ik ben gewoon nog net niet goed genoeg om zoiets af te ronden. Ik voelde me zeker nog geen honderd procent, maar zeker wel beter dan de voorbije dagen."
Voor iemand die twee dagen ziek was - keelpijn - en zo even bijna 170 kilometer lang met een noodgang heuvel op heuvel af door de Franse wijnstreek Beaujolais heeft gekoerst, oogt de Alpecin-renner behoorlijk kwiek.
"Het was een redelijk gekkenhuis vanaf het begin en ik kom uiteindelijk in de goede vlucht", blikt Van der Poel terug. "Ik ben vooral blij dat het een stuk beter ging dan de voorbije dagen. Het is wel frustrerend om ziek te worden in de Tour, maar ik kan nu alleen maar hopen dat het beter en beter gaat. En hopelijk krijg ik ergens nog een kansje."
Dat kansje ligt dan wel achter de Alpen, waar het peloton komende vijf dagen overheen trekt.
Van der Poel zal moeten mikken op de vlakke aankomst van etappe 18 in Bourg-en-Bresse of de heuvelrit van etappe 19 in Poligny. "Je weet het nooit. Ik hoop vooral dat ik komende dagen goed doorkom en dan zullen we wel zien."
Herman van der Zandt zocht na de finish in Belleville-en-Beaujolais etappewinnaar Ion Izagirre op bij het hotel: