Roel Pauw
Verslaggever
Hoeveel Oekraïense militairen er al gesneuveld zijn sinds Rusland bijna een jaar geleden de oorlog begon, is een goed bewaard geheim. Het is niet de bedoeling "de vijand wijzer te maken dan hij al is", klinkt het in regeringskringen in Kiev.
Begin december kwam er voor het laatst een officieel cijfer naar buiten: er zouden 13.000 doden gevallen zijn. Een getal dat maar weinigen in Oekraïne geloven. Aangenomen wordt dat het er veel meer zijn.
Op de grootste begraafplaats in Lviv, in het westen van land, valt onmiddellijk op hoeveel verse graven er gedolven zijn. Honderden Oekraïense vlaggen wapperen in de wind. Een bloemenzee bedekt de rauwe werkelijkheid: in de bevroren bodem liggen bijna 300 militairen begraven.
Bekijk hier de reportage die verslaggever Kysia Hekster op de begraafplaats maakte:
Taras Petrovitsj sneuvelde afgelopen zomer in Bachmoet. "Hij gaf als sergeant leiding aan een aantal manschappen", vertelt zijn vrouw Olesa. "Tijdens een artilleriebeschieting probeerde hij zijn mannen in veiligheid te brengen, maar daarbij stapte hij zelf op een mijn."
'Op een betere plek'
Olesa bezoekt het graf van haar man elke dag, deze keer samen met haar vierjarige dochtertje Katja. Ze steken kaarsen aan, schikken de bloemen, spreken een gebed uit. "Katja is nog jong, maar ze weet dat haar vader nu op een betere plek is. Ik vertel haar en onze zoon van twaalf dat hij als een held is gestorven en dat zij en hun generatiegenoten alles hebben te danken aan mannen zoals hij."
Het hoort niet dat je zoveel jonge mannen naar hun graf moet brengen. Het snijdt me door mijn ziel.
De eerste slachtoffers van de oorlog werden bijgezet op het ereveld, binnen de muren van de begraafplaats. Daar was plek voor 37 graven, maar binnen een maand was dat vol. Sindsdien worden de doden begraven op een terrein naast het kerkhof. Daar is voorlopig nog ruimte genoeg.
Beheerder Oleksander Dmytriv kan het werk amper aan. Soms zijn er wel zes begrafenissen op één dag. Dan moet hij de hulp inroepen van kennissen, want er is een tekort aan personeel. Veel mannen zijn naar het front vertrokken en dus zijn het vrouwen die nu het zware werk doen.
Met kruiwagens rijden ze zand uit over de modderige paden tussen de verse graven. Roeslana Hladka werkt al 17 jaar op de begraafplaats maar dit heeft ze nog nooit meegemaakt. "Het hoort niet dat je zoveel jonge mannen naar hun graf moet brengen. Het snijdt me door mijn ziel."
Omgekomen in Kramatorsk
Een vader spreekt met een van verdriet vertrokken gezicht een gebed uit voor zijn zoon. En voor de twee collega's die samen met hem omkwamen in Kramatorsk. En voor de zonen van andere ouders die hij hier heeft leren kennen. Iedereen kent wel iemand die is omgekomen in de strijd.
Beheerder Dmytriv heeft zelf zeventien mensen moeten begraven die hij persoonlijk heeft gekend. "Dat is het allerzwaarste", zegt hij, met tranen in zijn ogen.
Eerste luitenant Jaroslav Fitel is nu de laatste die begraven werd. 28 werd hij. Achter zijn graf zijn nog twee grote lege grasvelden. Of de oorlog afgelopen is voor ook die vol liggen weet niemand.
"Alleen God weet dat", verzucht de beheerder. "Als we wisten dat er eindelijk een einde zou komen aan het sterven van onze helden, konden we misschien opgelucht ademhalen. Maar we beseffen dat dat voorlopig nog niet zo is."