Eerste hulp via nieuwe grensovergang naar Syrië, meer dan 40.000 doden
Een eerste konvooi met hulpgoederen is Syrië binnengekomen over een extra heropende grensovergang met Turkije, melden de Verenigde Naties. Syriërs in oppositiegebied hebben sinds de aardbeving, ruim een week geleden, van buitenaf nog geen hulp gekregen voor de ramp.
Tien vrachtwagens met hulpgoederen zijn de grensovergang Bab al-Salam overgestoken. Er is niet bekendgemaakt om welke goederen het gaat. Het is voor het eerst sinds 2020 dat de grens weer geopend is.
De VN maakte gisteren bekend dat president Assad toestemming heeft gegeven om twee extra grensovergangen met Turkije te openen voor hulpkonvooien. Een groot deel van het getroffen gebied is in handen van Syrische oppositiegroepen, die afgesloten zijn van het Syrische regeringsgebied.
De Witte Helmen, een vrijwilligersorganisatie in oppositiegebied, uitten kritiek op het besluit en noemden het een politiek spel. Het regime van Assad heeft jarenlang met hulp van Rusland humanitaire hulp geblokkeerd voor de bewoners in het gebied.
Tot nu toe was alleen grensovergang Bab al-Hawa open vanuit Turkije. Vorige week kwamen daar 26 vrachtwagens van de VN met hulpgoederen binnen, maar die hulpgoederen hadden niet te maken met de aardbeving. Er zaten geen medicijnen of gereedschap om te graven bij, wat op dat moment het hardste nodig was.
Na de ramp kwam er wel internationale hulp aan in de hoofdstad Damascus, voornamelijk uit Arabische buurlanden. Deze hulp verliep via het regime van Assad, en werd niet naar oppositiegebied gestuurd.
Einde van reddingsoperaties
De vrijwilligers van de Witte Helmen, die mensen uit het puin hebben gegraven, maken een eind aan hun reddingsoperaties. De kans dat er nog levenden gevonden worden is nihil. In het gebied heeft de organisatie met weinig middelen slachtoffers moeten uitgraven, vaak met de hand.
Ook in Turkije stoppen verschillende landen met hun reddingsoperaties. Toch werden vandaag nog zeker zeven mensen levend uit het puin gered. Een vrouw in de provincie Hatay werd 205 uur na de beving nog gered, meldt CNN Turk.
Drie uur later werd in dezelfde provincie een 65-jarige man gered:
Het dodental van de aardbeving in Turkije staat nu op ruim 35.000 mensen, maakte de Turkse president Erdogan vandaag bekend. Daarmee is het de dodelijkste ramp in de moderne geschiedenis van het land. In 1939 kwamen ongeveer 33.000 mensen om door een zware aardbeving in Erzincan.
Verder zei Erdogan dat er beter gebouwd moet worden. De vele ingestorte gebouwen "herinneren de regering aan de noodzaak tot strengere bouwregels", zei de president in een televisietoespraak.
In Syrië is het moeilijker om een overzicht te krijgen van het aantal slachtoffers. Volgens de laatste cijfers zijn er zeker 5800 mensen omgekomen. Daarmee komt het totale aantal doden boven de 40.000. Zo'n negen miljoen mensen in Syrië zijn door de aardbeving getroffen, zegt de VN. De Witte Helmen kondigden gisteren een rouwperiode van een week aan.