Reddingsoperatie loopt ten einde, maar 13-jarige jongen na 182 uur gered
De reddingsoperatie na de aardbeving in Turkije en Syrië loopt ten einde. Dat zeggen de Verenigde Naties. De kans op het vinden van overlevenden onder het puin is minimaal, mar het bergen van lichamen gaat wel verder.
Toch zijn er nog meerdere mensen levend onder het puin vandaan gehaald. In de Turkse provincie Hatay is een 13-jarige jongen gevonden. Hij lag 182 uur onder het puin.
In de provincie Adiyaman is een jong meisje gered dat 178 uur vastzat. Reddingswerkers zouden ook dicht bij de redding van haar oudere zus zijn.
Verbazing en opluchting nadat het jonge meisje uit het puin werd bevrijd:
In Hatay werd ook een vrouw door lokale brandweermannen en mijnwerkers gered. Zij lag 175 uur onder het puin. Ook in Gaziantep en in de regio rond Antakya werden afgelopen dag nog enkele mensen levend onder het puin gehaald.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR had gisteren zijn laatste werkdag. Vandaag vertrekt het team uit het rampgebied. USAR heeft de afgelopen week twaalf mensen kunnen redden. Teamleider Job Kramer zei gisteren dat dat aantal boven verwachting is. "We hebben nog nooit zo veel mensen gered bij een aardbeving." Ook het Duitse team heeft de werkzaamheden gestaakt.
Het dodental van de aardbeving is inmiddels de 36.000 gepasseerd. Volgens de laatste cijfers komen 31.643 daarvan uit Turkije.
VN-functionaris Martin Griffiths, die verantwoordelijk is voor de hulp in het getroffen gebied, benadrukt dat er nu overgeschakeld moet worden op het bieden van onderdak, voedsel, scholing en psychosociale zorg.
Hij liet ook weten dat hulpgoederen het door rebellen bezette gebied in Syrië hebben bereikt. Het zou gaan om 52 vrachtwagens, die vanuit Turkije de grens met Syrië zijn overgestoken. Eerder riep de Amerikaanse regering alle partijen in Syrië op om onmiddellijk humanitaire toegang te verlenen tot mensen in nood.
'Aardbeving ergste van allemaal'
Griffiths zelf bezocht het zwaar getroffen Aleppo. "Wat hier opvalt is dat deze mensen al jarenlang zoveel verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt, maar deze aardbeving voor velen het ergste is van allemaal." Daarnaast benadrukte de VN-functionaris dat de bevolking in Noordwest-Syrië zich terecht in de steek gelaten voelt.
Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, sprak telefonisch met de Turkse president Erdogan en heeft extra steun toegezegd. De EU zal onder meer extra opvangcapaciteit, waaronder tenten, naar het getroffen gebied sturen.
Nieuwsuur reisde afgelopen week mee met het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR en zag van dichtbij hoe de reddingsoperatie eruit zag:
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bekendgemaakt dat van de laatste twee mensen die als vermist waren opgegeven de lichamen zijn gevonden. Eén van hen blijkt niet over de Nederlandse nationaliteit te beschikken.
Eerder op de dag werd bekend dat de 71-jarige Orlando Neslo uit Enschede om het leven is gekomen bij de aardbeving. Hij zat volgens RTV Oost met zijn Turkse vriendin in Antakya.
Zijn dochter hoopte dat ze op tijd weg waren gekomen uit de flat waarin ze zaten, maar dat blijkt dus niet het geval. Dit weekend werden ze gevonden onder het puin. De twee waren opgegeven als vermist bij het ministerie, maar het is onbekend of dit de laatste twee vermisten zijn.
Vorige week werd duidelijk dat twee mannen uit Zutphen zijn omgekomen. Ook een 26-jarige man uit Deventer overleefde de ramp niet.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan het overlijden van Nederlanders in het buitenland pas bevestigen zodra het daarover bericht heeft gekregen van de lokale autoriteiten.