Onvoorwaardelijke steun VS aan Oekraïne niet vanzelfsprekend na verkiezingen
Dick Jansen
redacteur Buitenland
Dick Jansen
redacteur Buitenland
Sinds de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari hebben de Verenigde Staten meer geld gestoken in hulp aan Oekraïne dan wie dan ook. Het gaat om 40 miljard dollar aan humanitaire, financiële en militaire steun; veel meer dan de Europese Unie (14 miljard), het Verenigd Koninkrijk (5 miljard) en de toegezegde bedragen van andere grote donorlanden als Duitsland, Canada en Polen.
De Amerikaanse militaire steun vertaalt zich in het succesvolle tegenoffensief in het oosten en het zuiden van Oekraïne. Tot nu toe kon de Democratische president Biden in het Congres rekenen op de steun van zijn zowel zijn eigen Democraten als de meeste Republikeinen. In weerwil van oud-president Trump en een aantal van zijn meest uitgesproken loyalisten in het Congres, die het Amerikaanse antwoord op Poetins agressie in twijfel bleven trekken.
Nog steeds zijn er grote meerderheden voor de steun die de VS levert aan Oekraïne. Een recent onderzoek laat zien dat 72 procent van de Amerikanen dat terecht vindt, inclusief 68 procent van de Republikeinen.
Toenemende zorgen
Maar aan de vooravond van de midterms - de tussentijdse verkiezingen op 8 november die bepalen wie de macht heeft in de beide Kamers van het Congres - nemen de zorgen toe over het verlengen van de enorme steun van de VS aan Oekraïne. Niet in de laatste plaats omdat de helft van de huidige Republikeinse kandidaten voor het Congres uitgesproken aanhanger is van Trump. Als zij op 8 november extra zetels veroveren, gaat hun stem zwaarder wegen.
Want de Republikeinen maken momenteel in de peilingen serieus kans op het winnen van zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat. In het Huis zou een Republikeinse meerderheid via het begrotingsrecht veel meer invloed op de hoogte en de besteding van de steun krijgen en meer ruimhartige steunvoorstellen tegen kunnen houden.
Debat in beide partijen
Daarop vooruitlopend gooide de huidige leider van de Republikeinen in het Huis, Kevin McCarthy, eerder deze maand alvast de knuppel in het hoenderhok door in twijfel te trekken of er in de toekomst ook 'blanco cheques' voor Oekraïne moeten worden uitgeschreven. McCarthy werd meteen bekritiseerd door de Republikeinse leider in de Senaat, Mitch McConnell, maar het debat over onvoorwaardelijke steun in de partij is er wel degelijk en nadrukkelijker dan bij het begin van de oorlog.
Overigens is die discussie er ook op de linkervleugel bij de Democraten. Na de nodige druk van het Witte Huis trokken dertig uitgesproken progressieve Democratische parlementariërs een brief terug waarin ze Biden opriepen om vooral te pleiten voor onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland.
En wat doet Europa vervolgens?
Gegeven de kans dat de Republikeinen de meerderheid krijgen in het Congres, zet dat natuurlijk ook Europese leiders aan het denken. Tot op heden zijn er geen Europese regeringsleiders die openlijk ingaan op de vraag of het na de Amerikaanse verkiezingen ongewisser wordt met de Amerikaanse miljardensteun voor Oekraïne en het beveiligen van de oostgrenzen van de NAVO-lidstaten.
Maar in denktanks wordt druk gespeculeerd over de kans dat de vanzelfsprekendheid van die steun afneemt, en wat dan het Europese antwoord zal zijn. Vooral op termijn, als een verwachte economische recessie met hoge energieprijzen ook in Europa politici aanzetten tot het in twijfel trekken van verdere oorlogssteun ten gunste van nieuwe onderhandelingen met Rusland.
Ook de Nederlandse voormalige NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer sluit niet langer uit dat zo de midterms bepalend kunnen zijn voor het verdere verloop van de oorlog in Oekraïne.
Benieuwd waar de Congresverkiezingen nog meer over gaan? Correspondent Lucas Waagmeester vertelt het je in deze video: