Advies: leg asielopvang bij gemeenten, Rijk houdt opvangcrisis in stand
Gemeenten, en niet langer het Rijk, moeten verantwoordelijk worden voor de opvang van kansrijke asielzoekers. Bij binnenkomst moet de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat onderscheid met kansarme asielzoekers zo snel mogelijk maken, veel sneller dan nu gebeurt.
Dit staat in een advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken aan VVD-staatssecretaris Van der Burg.
De opvang van asielzoekers moet volgens het advies een wettelijke verplichting worden voor iedere gemeente. Het aantal asielzoekers hangt af van het aantal inwoners. Iedere gemeente krijgt voldoende geld van het kabinet om de nieuwkomers van meet af aan goed te begeleiden en in te bedden in de lokale samenleving.
'Valse start in Nederland'
Volgens beide adviesorganen is de "bijna continue crisis in de opvang van asielzoekers" van de laatste jaren "een crisis die het Rijk zelf creëert en in stand houdt". Zodra de instroom van asielzoekers inzakt, worden asielzoekerscentra gesloten en wordt er bezuinigd op de IND en op opvangorganisatie COA. Als de aantallen vervolgens weer oplopen of als de uitstroom uit de azc's stokt, zijn er daardoor volgens de opstellers van het advies "adhoc-maatregelen" nodig en ontstaat er een crisissituatie.
Gevolg is dat de kwaliteit van de opvang geregeld "door de humanitaire ondergrens zakt", asielzoekers een "valse start" krijgen in Nederland en het draagvlak bij de bevolking en de politiek afbrokkelt.
In plaats van "krampachtig" vast te houden aan een systeem dat niet werkt, is de tijd gekomen om het roer om te gooien, staat in het advies. Op dit moment moeten het COA en de staatssecretaris steeds aan gemeenten vragen of zij opvangplekken willen regelen. Sommige zijn daartoe bereid, andere niet. Dat zet de verhoudingen geregeld onder druk. Tussen overheden onderling, maar ook in de plaatselijke politiek en samenleving.
Daarvoor in de plaats moet er dus een gemeentelijke opvangverplichting komen, is het advies. Net zoals die nu al geldt voor de huisvesting van statushouders: asielzoekers met een verblijfsvergunning. Het COA blijft dan alleen nog verantwoordelijk voor de opvang van die asielzoekers (bijvoorbeeld uit de zogenoemde veilige landen) die weinig kans hebben om in Nederland te mogen blijven.
Een dergelijk systeem leidt volgens het advies tot meer duidelijkheid en voorspelbaarheid. "Inwoners van een gemeente weten straks wat ze te wachten staat, in plaats van dat ze zich overvallen voelen door de komst van asielzoekers", denkt voorzitter Han Polman van de ROB. "Kijk naar hoe het nu al gaat met de statushouders", zegt ACVZ-voorzitter Monique Kremer. "Gemeenten hebben weliswaar moeite om voldoende woningen voor die groep te vinden, maar over de verdeling op zich bestaat geen discussie."
'IJzeren voorraad' aan opvangplekken
Voorwaarde is wel dat er meer stabiliteit komt in de financiering van met name de IND, zodat die snel een eerste inschatting over de kansen van een asielaanvraag kan maken en vervolgens een stuk sneller definitief kan beslissen. Nu lopen de achterstanden bij die aanvragen weer op, mede door personeelsgebrek bij de dienst, dat ontstond na eerdere bezuinigingen. Daardoor moeten asielzoekers lang wachten, ook als zij een grote kans maken om in Nederland te mogen blijven, en loopt ook hun integratie vertraging op.
Daarnaast zou er volgens het advies een "ijzeren buffervoorraad' van asielplekken moeten worden aangehouden, die voorkomt dat er steeds enorm moet worden opgeschaald bij pieken in de instroom. En er moet meer ruimte komen voor gemeenten om de opvang op hun manier te regelen, inclusief kleinschaliger locaties dan nu gebruikelijk is. Die kleinere locaties kunnen over het algemeen op meer draagvlak rekenen.