Strijdlustiger dan ooit. Zo oogde Wilco Kelderman voor de start van de koninginnenrit in deze Tour de France. De temperaturen vielen mee, de benen voelden goed. Het verleidde de doorgaans introverte Kelderman tot een uitspraak waar bravoure uit sprak. "Als de benen goed voelen, dan ben ik weg."
De benen waren prima, het resultaat in orde. Als zesde kwam Kelderman boven op de loodzware Col du Portet, dezelfde positie die hij bekleedt in het algemeen klassement.
Toch droop de teleurstelling van zijn gehavende gezicht. Het bloed op zijn kin sprak boekdelen. Wat was er mogelijk geweest als hij niet vlak voor de slotklim uit de bocht was gevlogen? Wat als...?
Bekijk hieronder de valpartij van Kelderman en de duiding van analist Danny Nelissen. "Renners als Thomas en Kelderman, die vallen altijd wel een keer. Dit is gewoon weer een lullige valpartij, dit hoeft helemaal niet."
Kelderman voelde de bui al hangen, toen hij na een afdaling van een kilometer of acht de op een parkeerplaats verzamelde pers in het vizier kreeg. Het zou vast weer gaan over die val. Over alle pech die hem in zijn loopbaan al overkwam. Over zijn reputatie als brokkenpiloot.
Bovendien was het koud op de Portet. En dus reed Kelderman door.
'Schrokken ons dood'
Ploegmaat Emanuel Buchmann stopte wel even bij de verzamelde pers. Hij reed vlak achter Kelderman, toen zijn kopman op zijn gezicht viel. "We schrokken ons dood", aldus de Duitser, die zelf in 2019 nog vierde werd in het eindklassement van de Tour.
"We hebben kort gesproken", vervolgde Buchmann. "Hij zei dat alles in orde was. En hij heeft ook goed gereden, dus ik denk dat het meevalt."
Terug bij de teambus wilde Kelderman via de kanalen van zijn ploeg wel uitleggen wat er gebeurd was. "Als ze alleen daarover willen horen", begon Kelderman met een schamper lachje.
Daarna vervolgde hij: "In de laatste bocht was een klein stoepje en ik kwam precies op de rand uit. Ik haalde het bijna, maar stapte toch even met mijn voet in het grind. Maar toen blokkeerde mijn voorwiel en kwam ik op mijn gezicht terecht. Niet fijn natuurlijk, zo vlak voor de slotklim. Maar de benen waren goed."
'Blijf vechten voor een beter plekje'
Met hulp van zijn ploegmaat Buchmann keerde Kelderman terug toen de Col du Portet begon. En daar hield hij zich knap staande, maar toen geletruidrager Tadej Pogacar zo'n zeven kilometer onder de top op de pedalen ging staan moest hij passen.
Terwijl Pogacar, Jonas Vingegaard en Richard Carapaz - en daarmee de droom op het podium in Parijs - uit het zicht verdwenen, hield Kelderman knap stand. Op Rigoberto Urán wist hij zelfs iets in te lopen, maar de demarrage van Ben O'Connor in de slotklimeter was toch een domper.
Het verschil met de Australiër O'Connor op plek vijf is nu 32 seconden. Een aanzienlijk, maar niet onoverbrugbaar gat voor Kelderman die te boek staat als een betere tijdrijder. Maar eerst nog de laatste Pyreneeënrit over de Tourmalet met aankomst bergop in Luz Ardiden.
"Morgen nog een zware dag", verzuchtte Kelderman, die na zijn derde plek in de Giro (2020) en vierde plek in de Vuelta (2017) nu ook afstevent op een topklassering in de Tour. "Dan zal ik proberen om te vechten voor een beter plekje, we zullen zien."