'Over een kam scheren en harde taal uiten tegen relschoppers helpt niet'
Burgemeesters en Tweede Kamerleden hebben boos gereageerd op de avonden van rellen en plunderingen in verschillende steden. "Schaamteloze dieven", noemde burgemeester Aboutaleb van Rotterdam de relschoppers. Burgemeester Jorritsma van Eindhoven noemde ze al "het schuim der aarde". "We zijn paraat en we gaan er keihard tegenin", zei demissionair minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus. Vanuit de bestuurders is er veel onbegrip, maar experts zijn niet verrast over de rellen.
"Als je zegt dat we dit niet aan konden zien komen, dan vind ik dat heel naïef", zei sociaal geograaf Floor Milikowski gisteren in Met Het Oog op Morgen op NPO Radio 1. "We zien al jaren onvrede bij een groep die zich niet herkent in beleid. Die zich geen onderdeel van de samenleving voelt. De relschoppers zijn misschien het topje van de ijsberg."
De ongeregeldheden begonnen zaterdag op Urk, vervolgens ontstonden er zondag rellen op het Museumplein in Amsterdam en in Eindhoven. Daar gingen demonstraties over in ongeregeldheden waar de ME aan te pas moest komen. Vanaf maandagavond ontstond er een ander beeld. De vredige demonstranten van het weekend zijn de afgelopen avonden uit het straatbeeld verdwenen. Toch moeten we de relschoppers en plunderaars niet wegzetten als extremisten of criminelen, waarschuwt hoogleraar Sociale verandering en conflict Jacqueline van Stekelenburg aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
"Dan zie je een heel belangrijk aspect over het hoofd: het gaat om een hele diverse groep. Het grootste deel gaat even kijken uit nieuwsgierigheid, en wordt vervolgens de rellen ingezogen", zegt ze. "Er loopt een groep tussen die echt verbaasd en boos is. Die heeft wel degelijk een politiek motief. Dat is niet goed te praten, maar er ís een reden. Maar echt een kleine groep gaat erheen om zich te verzetten tegen de autoriteit. Dat zagen we afgelopen maanden opbouwen."
In steden door heel Nederland kwam het gisteravond tot rellen. De politie greep in van Geleen tot Rotterdam:
Van Stekelenburg ziet dat er in eerste instantie symbolische plekken aangevallen werden: GGD-testplaatsen en een ziekenhuis. "Dat zijn eigenlijk ongebruikelijke plekken. Waarom zou je daarheen gaan? Maar het zijn wel plekken die symbool staan voor coronamaatregelen die getroffen zijn." Daarnaast is er de groep die boos is op de autoriteiten, zegt ze.
Inspiratie
Dat we sinds zondag rellen in verschillende plaatsen zien opduiken vindt ze niet vreemd. "Een van de aspecten van demonstreren is inspiratie. Dat zag je bijvoorbeeld ook afgelopen zomer. Toen werd er ook plots in verschillende steden gereld." Sociaal geograaf Milikowski voegt daaraan toe dat de plekken waar zich dit voordoet vaak bekend terrein zijn. "Je ziet dat de plekken waar gereld wordt, en de mensen die de straat opgaan, uit minder goede buurten komen. Daar heerst al langer het gevoel dat ze in de steek gelaten worden."
Milikowski ziet dat mensen daar weinig perspectief hebben. Daar zijn mensen boos, geïrriteerd. "Waarbij mensen het vertrouwen opzeggen in de heersende elite. We hebben heel lang niet opgetreden tegen toenemende ongelijkheid in dit land. Op een gegeven moment kan je dan dit soort geweldsuitbarstingen krijgen."
Wat beweegt hen
De avondklok kan op zo'n moment als rode lap dienen. Als katalysator. Die invoering ging vrij abrupt, en er werd meteen stevig gehandhaafd. Achteraf is dat misschien niet verstandig, meent Otto Adang, lector openbare orde en gevaarbeheersing aan de politieacademie. "Als je het simpelweg afkondigt en het moet meteen gehandhaafd worden, dan roept dat tegenreacties op."
De rellen kunnen een halt toegeroepen worden, zei hij gisteren in Nieuws & Co. Maar dan helpt de harde taal de nu vanuit de politiek geuit wordt niet. "Je hoopt dat er een breder besef op gang komt. Dat ouders tegen hun kinderen zeggen: jij gaat niet naar buiten. Niet alleen tegen 14-jarigen, maar ook tegen kinderen van begin 20. Daardoor isoleert de kleine groep die écht wil rellen."
Om tot die stap te komen, moet er eerst informatie ingewonnen worden. Omdat er een diverse groep de straat op gaat is het lastig om hen nu eenduidig aan te spreken. "Het is belangrijk om te weten wat mensen beweegt. Zowel kwaadwillende als goedwillende demonstranten. Zo heb je informatie om daarop in te spelen. Je moet niet iedereen over een kam scheren."