In Duitsland, Frankrijk en Denemarken zeggen de autoriteiten te hopen dat de eerste inwoners voor het einde van het jaar gevaccineerd kunnen worden. Of dat in Nederland ook gaat lukken is onduidelijk.
Een aantal belangrijke hordes moet volgens minister De Jonge nog genomen worden. Maar de partijen die het moeten uitvoeren zijn optimistisch: aan hen zal het niet liggen.
1. De levering (voor kerst)
Pfizer is er klaar voor, zegt het bedrijf. Maandag gaat het Europees medicijnagentschap EMA oordelen over het vaccin. Bij een positief advies zal de Europese Commissie het vaccin uiterlijk woensdag goedkeuren voor de Europese markt.
Pfizer moet de flesjes dan nog etiketteren en inpakken voor transport. Maar volgens een woordvoerder kan de eerste lading dan nog voor het weekend uit het Belgische Puurs naar de geheime opslaglocatie van het RIVM worden gebracht.
2. Advies en richtlijn (rond kerst)
Het kabinet wil eerst nog een nieuw advies van de Gezondheidsraad. Die moet, op basis van de informatie die het EMA zal delen over het vaccin, beoordelen wat op dit moment de verstandigste strategie is.
Krijgen nog steeds de medewerkers van verpleeghuizen als het eerste het vaccin? Of komen ziekenhuismedewerkers in beeld, nu de druk op de ziekenhuizen toeneemt en het steeds moeilijker wordt de roosters rond te krijgen?
Het advies kan er volgens Gezondheidsraad binnen enkele dagen na goedkeuring zijn, dus voor veel vertraging zal het niet zorgen. Alleen als het advies afwijkt van het eerdere advies, kan dat gevolgen hebben voor de planning van het vaccinatieprogramma.
De GGD moeten wachten op de vaccinatierichtlijn van het RIVM. Maar ook die komt waarschijnlijk rond kerst.
3. Locaties en personeel (in de startblokken)
Ook de priklocaties en personeel vormen geen probleem, zegt de GGD. De GGD gaat de eerste groep van 225.000 zorgmedewerkers vaccineren. De organisatie zet verspreid door Nederland circa 25 priklocaties op, onder andere bij bestaande testlocaties.
Er worden in totaal zo'n 350 prikkers opgeleid. Volgens de GGD is het geen probleem om de locaties en personeel op tijd klaar te hebben. Wel benadrukt de organisatie er vooralsnog vanuit te gaan dat het vaccineren start "in de loop van januari".
4. Database (eind december)
Een belangrijke horde is het registratiesysteem. Iedere prik die gezet gaat worden, wordt geregistreerd. Het RIVM bouwt daarvoor een database die eind december klaar moet zijn.
Het RIVM noemt de registratie belangrijk omdat het wil weten wie welk vaccin heeft gehad voor het geval dat er bijwerkingen optreden. Ook kan via de database worden bijgehouden wat de vaccinatiegraad in Nederland is. Op termijn kunnen mensen via de database hun eigen vaccinatiegegevens downloaden.
5. Oproepsysteem (onduidelijk, maar niet noodzakelijk)
Een ander obstakel vormt het centrale oproepsysteem. Daarvan is nog niet bekend wanneer het klaar is voor gebruik. Via het systeem krijgen mensen een uitnodiging voor de eerste en tweede prik.
Vooraf moet er via een website vragen over de gezondheid wordt ingevuld. Ben je zwanger of heb je last van specifieke allergieën? Dat kan het zijn dat je niet gevaccineerd mag worden. De vragen zijn afhankelijk van de precieze specificaties en mogelijke bijwerkingen van het vaccin en nu nog niet bekend.
Maar voor het inenten van de eerste groep zorgmedewerkers is het oproepsysteem niet noodzakelijk. Zij kunnen ook via de werkgevers worden opgeroepen om zich te laten prikken.