Helemaal op z'n kop ging het algemeen klassement niet, zaterdag in de eerste van twee Pyreneeënritten. Adam Yates hield het geel en Primoz Roglic bleef de nummer twee. Maar Roglic' ploeggenoot Tom Dumoulin cijferde zich weg, zakte van plaats vijf naar vijftien en ziet zichzelf de Tour de France niet meer winnen.
Dumoulin zal dus ook in de tweede en laatste etappe over de Pyreneeëncols, een rit van 153 kilometer tussen Pau en Laruns, in dienst rijden van zijn kopman. Een kopman die inmiddels weet wat het is om etappes te winnen in de Tour. In 2018 kwam Roglic al eens als eerste over de streep in Laruns na een magnifieke afdaling.
"We zijn van start gegaan om de Tour proberen te winnen. Primoz heeft nog steeds heel goede kaarten en daar gaan we vol voor", liet Dumoulin zaterdagavond optekenen via de kanalen van Jumbo-Visma.
Om dat doel te bereiken, moeten vandaag vijf beklimmingen worden overleefd. Een van de vierde, twee van de derde en twee van de eerste categorie.
De laatste klim, de Col de Marie Blanque is slechts 7,7 kilometer lang, maar kent een gemiddeld stijgingspercentage van 8,6.
Na de top is het tien kilometer lang dalen, waarna de laatste acht kilometer zo goed als vlak zijn. De weg loopt heel lichtjes omhoog, maar vergeleken met de echte cols is het kinderspel.
Herman van der Zandt vertelt het verhaal van een jonge aanvaller op de Col de Marie Blanque in 1989: Miguel Indurain.
De finish van de etappe wordt wat vroeger verwacht dan de afgelopen dagen, tussen 16.15 en 16.45 uur.