Nabestaanden van de genocide in 1995 in Srebrenica stappen naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. De 'Moeders van Srebrenica' zijn het er niet mee eens dat de Hoge Raad de aansprakelijkheid van Nederland heeft vastgesteld op 10 procent.
Advocaat Simon van der Sluijs, die de ongeveer 900 nabestaanden vertegenwoordigt, zegt dat er over de kansberekening geen feitelijk debat is geweest bij de rechters. Hij noemt het percentage "volstrekt arbitrair" en spreekt van "nattevingerwerk". De nabestaanden hadden gehoopt dat de Hoge Raad de zaak zou terugverwijzen naar het gerechtshof.
10 of 30?
Het percentage van 10 baseerde de Hoge Raad afgelopen zomer op de kans dat de 350 mannen uit handen van de Bosnisch-Servische troepen waren gebleven als de Nederlandse militairen hen niet hadden weggestuurd van de compound.
Eerder was het gerechtshof gekomen tot een kans, en daarmee verantwoordelijkheid, van 30 procent. De aansprakelijkheid van Nederland is ook bepalend voor het deel van de geleden schade dat moet worden vergoed.
'Dit kan er ook nog wel bij'
Het Europese mensenrechtenhof is de laatste beroepsmogelijkheid voor de nabestaanden. Zaken bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen jaren duren. "Dat is erg vervelend", zegt advocaat Van der Sluijs. "Maar we zijn al aan het procederen sinds 2007, dus dit kan er ook nog wel bij."