Niki Terpstra
NOS Wielrennen

Door corona is Ster van Bessèges echt een sterrenkoers: 'Iedereen gemotiveerd'

  • Arthur Huizinga

  • Arthur Huizinga

Normaal is de Ster van Bessèges een bescheiden voorbereidingskoers in de eerste weken van het wielerseizoen. Maar nu her en der koersen van de kalender verdwijnen vanwege de nog altijd woekerende coronapandemie, is een startplek in de Zuid-Franse regio Gard opeens goud waard.

Zo mag de vijfdaagse rittenkoers, die vandaag van start gaat en twee jaar geleden nog bijna bankroet was, zich opeens verheugen op de aanwezigheid van Tourwinnaars als Egan Bernal, Vincenzo Nibali en Geraint Thomas. Greg Van Avermaet en Oliver Naesen werden op het laatste moment nog aan de deelnemerslijst toegevoegd. En ook Nederland is goed vertegenwoordigd met klinkende namen als Bauke Mollema, Niki Terpstra en de broers Danny en Boy van Poppel.

"Ik zou hier toevallig sowieso starten", vertelt Terpstra vanuit zijn teambubbel in Frankrijk. "Normaal is dit een kleine koers, maar nu is er inderdaad wel een topbezetting. Iedereen zal gemotiveerd zijn."

Als renner van de Franse ploeg Total-Direct Énergie klinkt de aanwezigheid van Terpstra logisch. Toch staat de renner in zijn derde jaar in Franse dienst pas voor het eerst aan de start in Bessèges. Voor hem is vooral wedstrijdritme van belang. "In april wil ik goed zijn", verwijst hij naar zijn hoofddoelen dit jaar, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. "Maar ik zie hier ook wel kansjes. De laatste rit voor de afsluitende tijdrit, bijvoorbeeld, is behoorlijk lastig."

Het trainingsongeval van vorig jaar op de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad, waarbij hij onder andere een klaplong en gebroken ribben opliep, heeft Terpstra achter zich gelaten. "Daar staat een streep onder. Ik heb een goede winter gehad, we hadden wel wat mazzel met het weer in Nederland. Zondag heb ik nog lekker getraind met Laurens ten Dam. Ik voel me goed."

Ook Jumbo-Visma en Deceuninck-Quickstep deden een aanvraag om deel te nemen, maar kregen nul op het rekest. Het is deze weken dringen om koerskilometers te maken, weet ook Danny van Poppel.

Vorig jaar reed hij de Ster van Bessèges al eens, al hield hij het toen na drie dagen voor gezien. "Toen zag het deelnemersveld er wel iets anders uit. Alle toppers willen nu wedstrijdkilometers maken."

Een gevolg van de schaarste is dat zijn ploeg Intermarché-Wanty-Gobert op het laatste moment werd afgevoerd van de startlijst van de volgende etappewedstrijd, de Ronde van de Provence. Een andere WorldTour-ploeg zou meer geld hebben geboden om te mogen starten. Van Poppel maakt zich er niet druk om. "We proberen er maar het beste van te maken. Nu hebben we een extra trainingskamp in Alicante."

"We mogen blij zijn dat we kunnen starten", vervolgt Van Poppel, die behalve zijn broer en ploeggenoot Boy ook neef Bram Welten treft in het peloton deze week. "Ik heb wel acht papieren mee om Frankrijk in te komen. Verder gelden dezelfde maatregelen als vorig seizoen. We worden elke dag getest, overal mondkapjes, geen publiek. Ach, we zijn er inmiddels aan gewend. Maar ook nu gaan de verhalen alweer dat de Franse overheid elk moment de koers kan stoppen."

'Moeite met coronatijd, maar niet zeuren'

"Ik heb best wel moeite gehad in die coronatijd", bekent Van Poppel. "Samen met mijn broer Boy heb ik getraind om fit te blijven, maar niet om fitter te worden. En dan kijk je 's avonds naar het nieuws en hoor je over al die doden en al die faillissementen. Dan moeten wij niet zeuren, vind ik."

Na de herstart van het seizoen, augustus vorig jaar, reed Van Poppel nog naar een verdienstelijke vierde plek in Milaan-Turijn. Maar toen de uitgestelde Vlaamse klassiekers voor de deur stonden, kwam hij tekort. "Ik reed tegen al die jongens die de Tour in de benen hadden. Wij hadden een trainingskamp van vijf dagen in de Ardennen. Dat merk je wel."

Toch sloot Van Poppel het seizoen af met ereplaatsen in de BinckBank Tour en de zege in de Gooikse Pijl, zijn eerste zege in twee jaar tijd. En daarna moest het beste nieuws nog komen. Zijn ploeg kwam met het verrassende nieuws dat het de WorldTour-licentie van het failliete CCC heeft overgenomen.

"Wij waren de enige ploeg die iets positiefs te melden had", lacht Van Poppel. "Ik hoorde het tien minuten voordat jullie het wisten. Supervet, natuurlijk. Ik had nooit gedacht dat ik de Tour nog een keer zou kunnen rijden en nu kan ik het samen met mijn broer doen."

Bij Hilaire Van der Schueren, met zijn 73 jaar de éminence grise van het peloton, voelt Van Poppel zich op zijn plek. "Ik heb veel topploegen meegemaakt, maar dit is echt een ploeg naar mijn hart. Er is meer vrijheid, al moet je ook wel wat meer zelf regelen."

'Ik snap Tom Dumoulin wel'

De zoon van voormalig topsprinter Jean-Paul van Poppel maakte zelf zijn entree in het profpeloton als toptalent en is nog altijd de jongste naoorlogse debutant in de Tour de France. In 2013 nam Van der Schueren, destijds ploegleider van Vacansoleil, hem als 19-jarig broekie mee naar de Tour. Prompt sprintte Van Poppel in de eerste etappe op Corsica naar de derde plaats en de witte trui.

Danny van Poppel (tweede links) liet zich in 2020 zien in de kopgroep van de Ronde van Vlaanderen.

Bij Trek-Segafredo, Team Sky en Jumbo-Visma kon hij de verwachtingen niet waarmaken. In de minder strak geregisseerde omgeving van Wanty-Groupe Gobert hervond Van Poppel vorig jaar het plezier in het fietsen.

"Ik weet wel wat Tom Dumoulin voelt. Hij is natuurlijk een veel grotere renner dan ik, hij heeft gewoon de Giro gewonnen. Maar ik snap hem wel. Je legt de lat heel hoog en als het dan niet lukt, dan voel je opeens dat de hele wereld meekijkt. Ik heb hulp gehad van buitenaf om daarmee om te gaan. Je moet nooit vergeten waarom je ooit bent begonnen met fietsen."

Van Poppel hoopt dat Dumoulin in de komende tijd de juiste keuzes maakt voor zichzelf. "En anders moet hij maar gewoon bij Wanty komen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl