In Australië zijn na een quarantaineperiode van twee weken de eerste tenniswedstrijden gespeeld richting de Australian Open. In Adelaide gingen Serena Williams, Novak Djokovic en Rafael Nadal voor duizenden toeschouwers de baan op.
"We hebben een jaar niet voor publiek gespeeld, dit is zo gaaf", zei Williams na haar demonstratiewedstrijd met Naomi Osaka. "Bedankt dat jullie onze aanwezigheid hier toestaan. Het lange wachten is het helemaal waard geweest."
Djokovic had last van een grote blaar, maar wilde toch een set spelen tegen Jannik Sinner. "Ik zag het publiek. De drang was zo groot om de baan op te gaan, ik moest gewoon spelen." En Nadal: "We kunnen de tennisbond van Australië niet genoeg bedanken, dit hebben we zo gemist."
Alle tennissers die vanaf 8 februari aan de Australian Open meedoen, moesten bij aankomst in Australië twee weken in quarantaine. Als ze niet in volledige isolatie zaten vanwege een link met een coronageval, mochten ze vijf uur per dag hun hotelkamer verlaten om te trainen.
Vrij bewegen
Australië heeft het coronavirus goed onder controle. Er zijn amper nog positieve testresultaten. Daarom kan er deze weken ook publiek aanwezig zijn bij tenniswedstrijden. De spelers die uit hun quarantaine komen, kunnen zich ook vrij bewegen zonder mondkapje.
Zo is Williams met haar dochtertje direct naar de dierentuin gegaan toen haar quarantaine erop zat. "Dat had ik haar beloofd. Ik ben zo blij dat die twee weken over zijn. Zo lang in een kamer zijn met een driejarige en haar beste vriend blijven, dat was lastig."
Het merendeel van de tennissers is in Melbourne, waar komende week officiële voorbereidingstoernooien zijn voor de Australian Open. Botic van de Zandschulp, Robin Haase en Arantxa Rus komen daar in actie.