Waterpolosters dromen van OS-ticket, maar hoe ze ervoor staan? 'Geen idee!'
Ze hebben de laatste jaren veel medailles gewonnen op grote toernooien. Ook veel finales gehaald. Maar het laatste olympische optreden van de Nederlandse waterpolosters? Dat dateert uit 2008; de gewonnen finale in Peking.
En of er dit keer wel een ticket geboekt kan worden voor de Spelen, is nog maar zeer de vraag. Want hoe het team ervoor staat? "Geen idee!", roept Sabrina van der Sloot, een van de vedetten van de ploeg.
De vrouwen bereiden zich vanaf deze week voor op hun laatste kans: het olympisch kwalificatietoernooi vanaf 17 januari in Italië. Daar moet Oranje bij de beste twee eindigen.
Maar de realiteit is dat de waterpolosters van Arno Havenga sinds februari geen officiële wedstrijd meer hebben kunnen spelen, als gevolg van de coronapandemie. "En we moeten over twee weken het meest cruciale toernooi van de afgelopen vier jaar spelen", fronst Havenga zijn wenkbrauwen. Dus worden er kunstgrepen bedacht.
Wedstrijdsetting
Zoals onderlinge duels, en dan een keer niet in het vertrouwde trainingsbad in Zeist, vertelt Havenga. "We proberen hier in Amersfoort toch een wedstrijdsetting te creëren. Het is niet helemaal vergelijkbaar, maar het geeft wel een ander gevoel dan een normale training."
De bond heeft overwogen andere teams op te zoeken, bijvoorbeeld in Spanje. "Maar dat hebben we uiteindelijk niet gedaan, omdat als er een besmetting zou zijn geweest, we daar een probleem zouden hebben. We hebben geprobeerd corona buiten de groep te houden en dat is tot nu toe gelukt."
Hoewel het virus voorlopig is vermeden, is er - uiteraard - geen garantie dat dat zo blijft. En er ligt nog niet direct een vaccin klaar voor topsporters, al is sportkoepel NOC*NSF wel in gesprek met het ministerie van VWS over het vaccineren van topsporters. Zeker omdat in een aantal landen atleten al wel een prik krijgen, juist met het oog op de olympische kwalificatietrajecten.
Zijn vinger opsteken heeft Havenga echter niet gedaan. "Het is wel door mijn hoofd geschoten. Maar er zijn mensen die meer behoefte hebben aan een vaccin dan wij. We hebben een fitte groep mensen en we doen er alles aan om het virus buiten de deur te houden. Het is ook geen gespreksonderwerp geweest."
Superfit en heel sterk
Maar hoe het team er sportief voor staat na louter trainingen, is dus de vraag. "Ik heb geen referentie, ik weet niet waar we staan. Maar als ik zie hoe we onderling spelen, ben ik eigenlijk wel tevreden. En heb ik heel veel vertrouwen voor het toernooi."
Datzelfde zegt de 29-jarige Van der Sloot. "We kunnen ons niet meten met andere landen. Maar ik heb wel het idee dat we allemaal superfit zijn en heel sterk. We zijn goed op elkaar ingespeeld, de mindset is heel goed. Ik denk dat we daar een ticket gaan pakken."
Eén tegenstander heeft Nederland al wel: de druk. Tijdens de laatste twee pogingen om de Spelen te halen, in 2012 en 2016, ging het mis.
Havenga: "Het gaat maar om één wedstrijd. En die moet je winnen. Je kunt nog zo'n goed toernooi spelen, maar je moet die wedstrijd winnen. We zijn er inmiddels heel ervaren in, al biedt ook dat geen garantie. Het gaat om 23 januari, de halve finale tegen Griekenland of Hongarije. Dan moeten we pieken."
Van der Sloot: "De grootste tegenstander ben je zelf. De angst om een schot te missen? Dan heb je hem al gemist, als je dat hebt. Of we in 2016 verlamd waren? Ik denk dat het een van de oorzaken is geweest. Naast het feit dat we tegen Spanje speelden, waar we nooit van wonnen destijds."
Gebroken vinger
De 22-jarige Maartje Keuning zat vijf jaar geleden op de tribune in Gouda. "Wat ik ervan opstak? Het is niet voorbij tot het laatste fluitsignaal. Dus doorgaan tot het einde. Je moet alles geven. En het is maar één wedstrijd. Je moet gewoon vol gas gaan en dan zien we wel waar het eindigt."
Een tegenslag op voorhand: midvoor Kitty-Lynn Joustra heeft tijdens trainingen een vinger gebroken in haar schothand. Haar deelname aan het OKT is daardoor twijfelachtig geworden.