Met het eindsignaal bij de wedstrijd Pinoké-Kampong werd zondag een bewogen week in het hockey afgesloten. Kampong won de topper met 5-2, maar na afloop ging het vooral over wat er zich eerder die week had voorgedaan.
Volgens meerdere bronnen had Kampong op 25 september in de wedstrijd tegen Tilburg een speler in het veld staan die op basis van de coronamaatregelen niet had mogen spelen. Pinoké liet daarop weten liever niet tegen de Utrechtse club te willen spelen.
Het bondsbestuur van de KNHB besloot na onderzoek om een zaak aanhangig te maken bij de tuchtcommissie.
Uiteindelijk werd er dus wel gespeeld, maar Pinoké-coach Jesse Mahieu was allesbehalve blij met de gang van zaken. "Ik heb er een slecht gevoel aan overgehouden. Wij wilden een garantie hebben over de gezondheid van de spelers, maar er wordt weinig gecommuniceerd. Wij vragen de hele week hoe het zit bij de KNHB, maar kregen er gisteren pas een mail over."
"De bond zou transparant en adequaat moeten optreden, dat gevoel heb ik nu niet. Aangezien de gezondheid van de spelers op het spel staat, had ik wel meer slagvaardigheid vanuit de KNHB verwacht. Ik vind het een stroperige procedure tot nu toe", sloot Mahieu af.
Kampong verklaarde eerder dat de club naar eer en geweten heeft gehandeld. "We houden ons aan de strenge maatregelen", zei voorzitter Sandra van Loon. Indien de tuchtcommissie vaststelt dat de bewuste speler inderdaad niet speelgerechtigd was, hangt de club een sanctie boven het hoofd.
Na afloop verschenen er geen spelers van Kampong voor de camera. Coach Roelant Oltmans sprak wel met de pers, maar ging niet in op vragen over de aanstaande tuchtzaak.