Zowel FC Utrecht als Feyenoord heeft tegenover de NOS de wens uitgesproken om de bekerfinale nog wel te spelen. Al is het alleen maar om de prestige, menen de clubs.
"Sportief is het een belangrijk iets dat we hopelijk nog kunnen inhalen", aldus Utrecht-trainer John van den Brom in Langs de Lijn En Omstreken. "Sinds die 2-0 tegen Ajax kijkt iedereen hier uit naar die finale."
Feyenoord, dat vorige week van de KNVB het Europese ticket voor de bekerwinnaar kreeg toegewezen, ziet de strijd om de beker ook nog wel graag op het veld worden beslecht, maar benadrukt wel dat de uitslag van die wedstrijd geen invloed mag hebben op de verdeling van de Europese tickets.
Oorspronkelijk zou de bekerfinale op 19 april worden gespeeld. Daarna hoopte de KNVB het duel op 12 juli te kunnen inhalen, maar door de verlengde coronamaatregelen is er een streep gegaan door het evenement.
UEFA-besluit
Tot grote woede van Utrecht-eigenaar Frans van Seumeren, die juridische stappen aankondigde. De boosheid zit 'm in het feit dat de Utrechtse kwalificatie voor de bekerfinale door de KNVB niet werd meegewogen bij de verdeling van de Europese startbewijzen, toen de voetbalbond vorige week duidelijkheid gaf over de beëindiging van de competitie.
De UEFA dekt de KNVB echter bij dat besluit, bleek vrijdag uit een brief die de Europese voetbalbond verstuurde. "Indien een nationale bond om legitieme redenen een besluit neemt over het voortijdig beëindigen van de bekercompetitie, dan kan geen winnaar worden aangewezen op sportieve gronden", aldus de UEFA. En in zo'n situatie wordt het Europese ticket overgeheveld naar de competitie.
Utrecht laat het er echter niet zomaar bij zitten en voerde eveneens vrijdag naar eigen zeggen een goed gesprek met de UEFA, die constateerde dat er voldoende aanleiding is om de club op korte termijn nog een keer zijn verhaal te laten doen in deze kwestie.
Voorlopig blijft het echter afwachten en is er nog helemaal geen sprake van een eventueel nog te spelen bekerfinale.
Goed gevoel
"Terecht dat we nu niet aan voetbal kunnen en moeten denken", zei Van den Brom, die vrijdag voor het eerst weer met zijn spelers op het trainingsveld stond. Al hoopt hij stiekem wel dat advocaten Frans de Weger en Jeroen Bedaux namens Utrecht nog iets voor elkaar kunnen krijgen bij de Europese voetbalbond.
