Nederlandse bedrijven gaan helpen bij de productie van gecertificeerde mondmaskers. Daar is een groot tekort aan in de Nederlandse zorg. De komende weken maken filterproducent Afpro en beddenfabrikant Auping in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid zo'n 7 miljoen exemplaren.
Van matrassen naar mondkapjes. Dat is een stap, maar ook weer geen héle grote, vertelt topman Jan-Joost Bosman in de Auping-fabriek in Deventer. "We moeten een speciale machine kopen en medewerkers leren daar mee te werken. Maar de werking lijkt enigszins op die van machines waar we normaliter matrassen mee stikken."
Een aanlooptijd van een paar weken en dan is alles in vol bedrijf, schat Bosman. In de tussentijd gaat Auping alvast handmatig produceren.
In hun naai-atelier, waar normaal gesproken hoezen worden gestikt en hoofdborden voor boxspringsbedden worden gestoffeerd:
De honderdduizenden mondkapjes per week die het bedrijf straks machinaal produceert, leveren ze aan bij het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH). Dat team, onderdeel van het ministerie van VWS, zorgt voor de centrale inzameling en kwaliteitscontrole van beschermingsmiddelen.
Het tekort is echter zo groot dat Auping sinds vandaag al platgebeld wordt door individuele zorginstellingen met de vraag rechtstreeks aan hen te leveren. "Die verwijzen we door naar de LCH. Zij hebben het nationale overzicht", zegt Bosman.
Dat de situatie nijpend is, bleek de afgelopen dagen ook uit kritiek die minister De Jonge oogstte. Die leek dinsdag tijdens een persconferentie te zeggen dat er genoeg beschermingsmiddelen voor zorgpersoneel zijn.
Gisteren kwam hij hier, na felle reacties uit de zorg, op terug. De Jonge zei de tekorten "niet weg te kunnen toveren", maar beloofde voor Pasen met een strategie te komen.
Hoog en laag risico
Achter de schermen wordt daar nu aan gewerkt. Gisteren stuurde GGD-directeur Sjaak de Gouw een mail naar koepelverenigingen, zoals ziekenhuizen, thuiszorginstellingen en verpleeghuizen. Iedere sector moet voor morgen aangeven hoe vaak zij bepaalde 'risicohandelingen' moeten uitvoeren.
Die handelingen kunnen een 'hoog' of 'laag' risico dragen. "Hoog risico is bijvoorbeeld als je in contact komt met de keel van een coronapatiënt, zoals bij het intuberen", legt De Gouw uit. "Een laag risico is bijvoorbeeld persoonlijke verzorging."
Die inventarisatie zet de GGD om in een verdeelsleutel. Op basis daarvan distribueert het LCH de ingewonnen beschermingsmiddelen over verschillende zorgsectoren.
De schaarste is echter dusdanig dat niet alle instellingen bediend kunnen worden, erkent ook De Gouw. "We moeten prioriteren en keuzes maken. Dat doen we door op medische gronden te kijken hoe we het besmettingsgevaar zoveel mogelijk verkleinen."
In de tussentijd gaat de 'jacht' op beschermingsmiddelen door. Zo zijn er 30 miljoen mondkapjes en honderden beademingsapparaten uit het buitenland besteld. Maar gezien de wereldwijde vraag kan het nog weken of zelfs maanden duren voor die worden uitgeleverd.