Russen patrouilleren in Syrië langs front, Artsen zonder Grenzen vertrekt
In het noordoosten van Syrië patrouilleren Russische troepen tussen het Turkse leger en pro-Turkse strijders enerzijds en Syrische militairen anderzijds. Rusland, een bondgenoot van de Syrische president Assad, zegt een confrontatie tussen de strijdende partijen niet te zullen toestaan. Volgens de Russische gezant voor Syrië is dat "in niemands belang".
Buiten de strategisch gelegen stad Manbij, waar tot vorige week nog Amerikaanse militairen een controlepost bemanden, houden Russische troepen nu toezicht op de frontlinie. Syrische troepen trokken eerder vandaag Manbij binnen, een stad waarop de Turkse president Erdogan zijn zinnen had gezet. Volgens Rusland heeft het Syrische leger inmiddels een groot gebied rond Manbij onder controle, maar ook de Turken claimen gebiedswinst in de regio.
Het vertrek van de Amerikaanse militairen uit het gebied bood Turkije een week geleden de ruimte om binnen te trekken en de Koerdische YPG-strijders uit het grensgebied te verjagen. De Koerden hebben op hun beurt steun gevraagd én gekregen van het Syrische regeringsleger.
Poging tot herovering
Ook woeden felle gevechten rond de plaats Ras al-Ain, die enkele dagen geleden werd ingenomen door Turkse militairen en pro-Turkse Arabische milities. De YPG-strijders proberen de plaats te heroveren, maar worden daarbij zwaar bestookt door Turkse luchtaanvallen.
Hulporganisatie Artsen zonder Grenzen schort de werkzaamheden in Noordoost-Syrië op, omdat het te onveilig is voor de medewerkers. "De situatie verandert te snel en is daardoor erg onvoorspelbaar", laat AzG weten. De internationale medewerkers worden uit Syrië weggehaald; over de veiligheid van de Syrische medewerkers die achterblijven zegt de organisatie zich grote zorgen te maken.
De VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft hulpteams in de regio om de tienduizenden ontheemden bij te staan.