Spanje is doorgedrongen tot de laatste vier op het Europees kampioenschap. In Sint-Petersburg maakte het elftal van Luis Enrique na strafschoppen een einde aan het voetbalsprookje van de Zwitsers, die in de vorige ronde spectaculair titelfavoriet Frankrijk hadden uitgeschakeld en nu heldhaftig 1-1 speelden.
Ook Spanje kreeg geen vat op de Zwitsers, totdat Remo Freuler plotseling zwaar werd bestraft met een directe rode kaart. In de strafschoppenserie bungelden de Spanjaarden aan een zijden draadje, maar bleek keeper Yann Sommer uiteindelijk ook maar een mens.
In de halve finale neemt Spanje het op tegen Italië, dat in München afrekende met de Belgen.
Breekpunt in de wedstrijd, de rode kaart voor Remo Freuler:
Toch weer Spanje dus, dat zich na drie teleurstellend verlopen eindtoernooien weer eens mengt in de strijd om de prijzen. Al prijkte er dit toernooi in vier van de vijf wedstrijden na negentig minuten een gelijke stand op het scorebord.
Het was donderdag alweer negen jaar geleden dat Spanje in Kiev zijn Europese titel prolongeerde, de laatste hoofdprijs na jaren dominantie in het internationale voetbal. De huidige basiskrachten Sergio Busquets en Jordi Alba zijn de laatste restanten van dat elftal, dat zijn tiki-taka-voetbal tot kunst had verheven.
Nu zijn het onmisbare routiniers, want het draaide nog voor geen meter bij de Spanjaarden toen Busquets in de eerste twee groepswedstrijden vanwege een coronabesmetting ontbrak. En ook Alba is nog van onschatbare waarde, bleek maar weer nadat hij deze kwartfinale met een volley had opengebroken.
Zijn inzet verdween via Denis Zakaria in het doel, waarmee officieel het tiende eigen doelpunt van het toernooi werd geturfd. Meer dan in alle vorige EK's bij elkaar.
Uitgerekend Zakaria, de man die bij Zwitserland de geschorste Granit Xhaka moest vervangen. Voor zover de middenvelder van Arsenal te vervangen was in de ploeg van bondscoach Vladimir Petkovic, die er in zeven jaar een uitstekend ingespeeld geheel van had gesmeed.
Een elftal dat geduld heeft, zijn momenten kiest. Dat ondervonden eerst de Fransen, die in de achtste finale een comfortabele 3-1 voorsprong door de vingers zagen glippen. En ook Spanje wankelde ineens, toen na een sterk eerste halfuur wat gas werd teruggenomen.
Xherdan Shaqiri probeerde aan het begin van de tweede helft brutaal een corner in te draaien, Zakaria kopte rakelings naast en Steven Zuber stuitte op Unaí Simon, de keeper die tegen Kroatië nog zo lelijk blunderde bij een terugspeelbal.
Na een ongelukkige kluts tussen de Spanjaarden Pau Torres en Aymeric Laporte viel de gelijkmaker alsnog, toen Freuler de bal dankbaar oppikte en Shaqiri in staat stelde de gelijkmaker binnen te schuiven.
Spanje wankelde, tot een kwartier voor tijd Freuler ineens met rood kon vertrekken. Vanwege een stevige tackle op Gerard Moreno, maar toch leek rood wel een erg zwaar verdict van Michael Oliver. Een Engelse scheidsrechter nota bene, uit de Premier League waarin ze voor een dergelijke charge op de banken staan.
Voorzichtig koos Spanje de aanval, te voorzichtig om in reguliere speeltijd nog wat te forceren.
Waar de krachten bij de Zwitsers wegebden en Petkovic met wat wissels probeerde de Spaanse druk tegen te werken, was Sommer de laatste die zich gewonnen gaf bij de Zwitsers. De keeper stopte maandag nog de beslissende penalty van Kylian Mbappé, de speler met de hoogst geschatte marktwaarde ter wereld.
Alles was voor Sommer, niet bijster groot van stuk. Al jaren trouw aan Borussia Mönchengladbach in de subtop van de Duitse Bundesliga. Ook kreeg hij nog een keer hulp van een invliegende Ricardo Rodríguez, een blauwe maandag bij PSV in de eredivisie actief.
Alles deed Spanje er in de verlenging aan om een penaltyserie te voorkomen, de loterij waarin het alles te verliezen had. Busquets en Rodri misten, maar met de eerste halve finaleplaats ooit binnen handbereik werd de spanning de Zwitsers getuige drie missers (Fabian Schär, Manuel Akanji en Ruben Vargas) te veel.