Rijvers (95) kijkt niet naar Oranje: 'Ik hou niet van schuifie-schuifie-voetbal'
Kees Rijvers vindt er helemaal niks aan dat hij zich de oudste nog levende international van het Nederlands elftal mag noemen, de man die nog deelnam aan de watersnoodwedstrijd van 1953 en ploeggenoot was van de legendarische Abe Lenstra en Faas Wilkes.
"Misschien ben ik wel als volgende aan de beurt", moppert Rijvers, onlangs 95 geworden.
Voor iemand van zijn leeftijd heeft Rijvers verder weinig te klagen. Nog steeds woont hij samen met zijn vrouw Annie zelfstandig, weliswaar niet zonder de liefdevolle hulp die zijn kinderen en kleinkinderen hem daarbij geven. Maar het gaat allemaal nog zoals het gaat.
Nog een keer een tikkie breed. En nog een keer een tikkie terug.
Soms jaagt Rijvers zijn familie schrik aan, als hij bijvoorbeeld onbeschroomd vertelt dat hij even op zijn fiets naar de bakker is gereden.
"We hebben het goed samen", ervaart de voormalige prof het ouder worden. Na een leven lang actief te zijn geweest in het voetbal, tot een functie als bondscoach aan toe. De sport die hem zoveel gegeven heeft, maar hem op zijn hoge leeftijd inmiddels gestolen kan worden. "Af en toe kijk ik bij de pupilletjes, dat is het dan."
Als Rijvers zijn kleindochter ziet voetballen, ontwaakt het voetbaldier nog wel in hem. Gevoelens die een naderend Europees kampioenschap niet meer in hem losmaken. "Ik denk niet dat ik ga kijken."
Het Nederlands elftal van bondscoach Frank de Boer kan Rijvers al helemaal niet bekoren.
Messi, Hazard en De Bruyne
"Ik hou niet van schuifie-schuifie-voetbal. Nog een keer een tikkie breed. En nog een keer een tikkie terug", oordeelt Rijvers. "Van Lionel Messi, Eden Hazard of Kevin De Bruyne in goeden doen kan ik nog wel genieten."
Om te benadrukken dat ze wel écht goed moeten spelen, anders gaat de tv weer uit.
Dan spreekt Rijvers er ineens schande van dat De Bruyne door een harde charge van Antonio Rüdiger "uit de wedstrijd geschopt" werd. De Champions League-finale had hij dus wel gezien, moest hij bekennen. "Als ik thuis ben, zet ik hem toch aan."
En Rijvers is na een leven lang pendelen tussen Nederland en Frankrijk weer thuis. In zijn Princenhage, tegenwoordig een stadsdeel van Breda.
Op een steenworp afstand van de plek waar hij bijna een eeuw geleden geboren werd, scharrelt Rijvers op zijn oude dag weer rond. Er is genoeg te doen. "Ik ken mijn eigen programma niet, ik weet niet wat er wordt gepland door mijn vrouw."
Eigenwijs en uitgesproken
Annie zit inmiddels in een rolstoel, ook voor haar gaan de jaren tellen. "En dan is oud worden ineens niet zo lollig", vindt Rijvers.
Eigenwijs en uitgesproken als hij is, nog steeds, had Rijvers zich tot opluchting van zijn dierbaren wel samen met zijn vrouw laten vaccineren tegen het coronavirus. Ze kunnen er weer even tegen, zo lijkt het. In december hopen ze te vieren dat ze 72 jaar getrouwd zijn.
Herinneringen te over, na ruim vijftig jaar in het profvoetbal actief te zijn. Kleindochter Antje Veld mocht na heel lang aandringen een boek schrijven over de mooie carrière van een van de eerste voetbalprofs die Nederland kende.
Het waren de jaren waarin het nog verboden was om als betaald voetballer in het buitenland actief te zijn voor Oranje, nu nauwelijks meer voor te stellen.
En gelukkig maar zijn alle legendarische verhalen op papier vereeuwigd, want voor Rijvers is het op zijn leeftijd niet al te makkelijk meer de anekdotes op te rakelen. "FC Twente, heel mooie tijd. PSV ook, heel mooie tijd. Bij het Nederlands elftal misschien iets minder", somt hij vluchtig wat hoogtepunten op.
Rijkaard, Gullit en Van Basten
Hoewel Rijvers in een magere periode van het Nederlands voetbal de verantwoordelijkheid had over het nationale team, liet hij wel dragende spelers als Frank Rijkaard, Ruud Gullit en Marco van Basten debuteren die Oranje in 1988 met de Europese titel het grootste succes uit de historie bezorgden.
Bekijk hieronder de boekpresentatie van de biografie Kees Rijvers, vijf jaar geleden:
Rijvers heeft het voetbal inmiddels verruild voor een nieuwe passie. "Het liefste ga ik nu een potje biljarten."
Terug in Princenhage liep hij een oude schoolkameraad tegen het lijf, met wie hij sindsdien regelmatig een wedstrijdje ging spelen in het dorp. Sinds de uitbraak van het coronavirus werd het de twee oude vrienden door de strenge regelgeving onmogelijk gemaakt die traditie voort te zetten.
Het is de vraag of het er op korte termijn nog van komt.
En anders biedt de televisie stiekem toch wel uitkomst, mits Oranje dus wat meer lef toont. "Ik wil twee ploegen zien die durven aan te vallen. Ook de tegenstander dus, anders vind ik het echt de moeite niet."