Nog één keertje oefent het Nederlands elftal voordat het over een week begint aan het EK met de wedstrijd in de Johan Cruijff Arena tegen Oekraïne. Tegenstander vanavond in Enschede is Georgië, een land met nog niet zo'n lange voetbalhistorie dat ook nog niet eerder tegenover Oranje stond.
En dat heeft alles te maken met het feit dat de republiek Georgië pas in 1991 ontstond, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Desalniettemin stond er al in 1990 een nationale ploeg op het voetbalveld. Litouwen was de tegenstander in die eerste interland, die eindigde in 2-2.
EK-kwalificatie
Het eerste kwalificatietoernooi waaraan Georgië meedeed, was dat voor het EK van 1996, maar tot plaatsing kwam het niet. Duitsland en Bulgarije staken er in groep 7 ver bovenuit - al werd er wel thuis met 3-2 gewonnen van de Bulgaren - maar Moldavië, Albanië en Wales eindigden wel onder Ajacied Shota Arveladze en de zijnen.
Het land wacht nog altijd op z'n eerste eindronde. Het EK dat komende vrijdag van start gaat, lonkte wel nadrukkelijk. In kwalificatiegroep D moest Georgië weliswaar voorrang verlenen aan Zwitserland, Denemarken en Ierland, dankzij groepswinst in Divisie D van de Nations League kreeg het in de nieuwe opzet toch nog de kans als 'klein voetballand' het EK te bereiken. Helaas bood ook die route geen soelaas.
In de halve finales werd in het eigen Boris Pajtsjadzestadion met 1-0 afgerekend met Wit-Rusland, maar in de eindstrijd tegen Noord-Macedonië ging het op dezelfde locatie mis. De 37-jarige Pandev maakte de enige treffer van de wedstrijd, waardoor niet Georgië maar Noord-Macedonië, op 21 juni de derde EK-tegenstander van het Nederlands elftal, historie schreef met een eerste deelname aan een eindronde.
Bondscoach Willy Sagnol
De nederlaag tegen Noord-Macedonië kostte bondscoach Vladimír Weiss, die tussen 2016 en 2020 47 keer op de bank zat bij de 'Kruisvaarders', de kop. Na één interland met een tussenpaus nam 58-voudig Frans international Willy Sagnol half februari vervolgens het stokje over.
Sagnol begon zijn loopbaan als profvoetballer bij Saint-Étienne in zijn geboortestad, maar de rechtsback ging pas echt furore maken bij AS Monaco (één landstitel) en vooral Bayern München, waar hij in de negen seizoenen dat hij daar speelde vijf keer landskampioen werd en één keer de Champions League en de Wereldbeker won.
Sagnol, die 2006 met Frankrijk verliezend WK-finalist was, stopte in 2009 als voetballer. Een paar jaar later kwam zijn trainerscarrière op gang. Via Frankrijk onder 21, Bordeaux en zijn oude club Bayern München, waar hij als assistent-trainer werkte, kwam de in maart 44 jaar geworden Sagnol in dienst van Georgië.
Onder de nieuwe bondscoach werkte Georgië dit jaar drie WK-kwalificatiewedstrijden af. In Zweden werd met 1-0 verloren en ook de thuiswedstrijd tegen Spanje leverde een nederlaag op. De winnende 2-1 van de gasten kwam echter pas in de extra tijd tot stand. Aan de uitbeurt tegen Griekenland, waar John van 't Schip de scepter zwaait, werd een punt overgehouden: 1-1.
Ex-Vitessenaar Guram Kashia
Meest in het oog springende speler bij het huidige Georgië - in ieder geval met een Nederlandse bril op - is natuurlijk Guram Kashia. De verdediger, die volgende maand 34 jaar wordt, stond vanaf 2010 acht seizoenen onder contract bij Vitesse, waar hij uitgroeide tot een ware publiekslieveling. Zijn populariteit strekte zo ver dat de enkele keren dat hij voor langere tijd op de bank belandde, de Vitesse-fans direct in het geweer kwamen.
Maar doorgaans stond Kashia binnen de krijtlijnen, en meestal als aanvoerder. Zo was hij ook de captain van de ploeg die in 2017 de KNVB-beker veroverde door een 2-0 zege op AZ.
De aanvoerdersband leverde hem in 2018 de UEFA EqualGame Award op, omdat hij in oktober 2017 tijdens de competitiewedstrijd tegen Heracles een regenboogversie om de arm gebonden had, ter ondersteuning van de voorvechters van gelijke rechten voor de LHBT-gemeenschap.
Die actie leidde tot veel kritiek vanuit zijn vaderland. Er gingen zelfs geluiden op dat hij uit de nationale ploeg gezet moest worden. Maar dat is dus niet gebeurd met de centrumverdediger die na 292 keer het shirt van Vitesse te hebben gedragen in 2018 naar San Jose Earthquakes verkaste, maar sinds dit jaar in eigen land bij Locomotive Tbilisi onder contract staat.
Topscorer Shota Arveladze
Met zijn 85 interlands is Kashia overigens geen recordhouder in eigen land. Hij staat vierde op de ranglijst, die met 100 caps wordt aangevoerd door de voormalige middenvelder Levan Kobiasjvili.
De meeste treffers staan op naam van de ook in Nederland befaamde Shota Arveladze. De spits, die in 61 interlands 26 keer het doel vond, kwam in 1997 de gelederen van Ajax versterken, terwijl zijn tweelingbroer Artsjil tegelijkertijd een contract tekende bij NAC Breda.
In zijn eerste Amsterdamse jaar maakte hij 25 competitiedoelpunten voor landskampioen Ajax, een aantal dat alleen door Vitesse-spits Nikos Machlas werd overtroffen. Twee minder productieve jaren volgden, maar aan het eind van het seizoen 2000/2001 had hij er toch weer achttien in liggen.
Tijd om het vizier te verleggen naar Schotland, waar Glasgow Rangers met succes naar zijn hand (en voet natuurlijk) dongen. Met twee Schotse titels op zak keerde Arveladze vier jaar later terug op Nederlandse bodem en onder trainer Louis van Gaal bij AZ aan de slag te gaan.
Sabbatical
Na een jaartje Levante kwam Arveladze in 2008 opnieuw in dienst van de Alkmaarders, maar nu als assistent van Van Gaal en later Dick Advocaat. Vanaf 2010 stond hij op eigen benen bij achtereenvolgens Kayserispor, Kasimpasa en Trabzonspor in Turkije, bij Maccabi Tel Aviv en van 2007 tot eind vorig jaar bij Pachtakor Tasjkent.
Met die laatste club pakte hij zijn enige prijzen als trainer: twee Oezbeekze landstitels, twee nationale bekers en de Oezbeekse League Cup. De Georgiër geniet thans van een sabbatical en heeft dus alle tijd om de confrontatie van de nummer 91 van de wereldranglijst met Nederland, zestiende op de mondiale ladder, te aanschouwen.