Kramer is 'verslaafd aan het spelletje, maar moet niets meer'

Sven Kramer staat aan de vooravond van alweer zijn veertiende schaatsseizoen. Het 32-jarige boegbeeld van de schaatssport, onlangs vader geworden, heeft een uitpuilende prijzenkast, maar zijn honger is nog altijd niet gestild.

Vergelijk het met Roger Federer (37) in de tennissport of Robin van Persie (35) in het voetbal. Zij zijn weliswaar wat ouder, maar voor het geld of de prijzen hoeven ook zij het niet meer te doen. Het is de liefde voor de sport die hen op de been houdt. Al laten ze af en toe - al dan niet noodgedwongen - weleens een toernooi of wedstrijd lopen.

"Ik ben verslaafd aan dit spelletje", zegt Kramer met twinkelende ogen. "Maar ik leef van wedstrijd tot wedstrijd en van dag tot dag. Ik moet niks. Of ik wedstrijden zal laten schieten? Niet om de reden die jij bedoelt."

Kramer doelt met dat antwoord op het vaderschap. Zijn vriendin Naomi van As zette ruim een week geleden een meisje op de wereld, Kae genaamd. Of hij daardoor, en met zijn dochter in het achterhoofd, sneller gaat schaatsen?

"Sommige gevallen wel, sommige gevallen niet. Dat zal blijken", houdt Kramer zich breeduit lachend op de vlakte.

Een reden waarom Kramer mogelijk wél wedstrijden laat schieten, is zijn fysieke gesteldheid. "Maar ik heb veel minder slechte dagen dan vorig jaar en het gaat over het algemeen beter. Ja, het klopt dat er afgelopen jaar dagen waren dat ik mijn sokken niet aan kon trekken", aldus Kramer.

"Ik twijfel er niet aan of ik hard kan schaatsen, maar ik moet weer de voorwaarden hebben óm hard te schaatsen. Daar werken we heel hard aan. De concurrentie wordt ook beter en ik kan mezelf minder veroorloven."

Heel heldere doelen heeft Kramer zich in het post-olympische jaar niet gesteld. "Daarvoor moet je eerst weer helemaal top zijn. Als ik gewoon goed ben, dan denk ik dat wereldkampioen allround worden een heel reëel doel is", aldus Kramer.

"Ik sport en train elke dag om te winnen. Winnen is mijn drijfveer. En zoveel mogelijk, het liefst. Alleen, ik zit nog niet bij dat doel. Uiteindelijk zit ik nog in het proces om beter te worden."