'Massagraven in duingebied kunnen bedevaartsoord worden'
De vondst van een massagraf bij Bloemendaal in mei was nog maar het begin. De afgelopen weken zijn er in de duinen bij Bloemendaal, Overveen en Zandvoort meer plekken gevonden waar opgepakte verzetsstrijders zijn gefusilleerd.
Het gaat om honderden slachtoffers. Er wordt gediscussieerd over wat er met hun resten moet gebeuren.
Op 25 mei werden tijdens de eerste opgraving in de Bloemendaalse duinen 10 lichamen gevonden. Inmiddels zijn er in dit gebied 33 grafkuilen gevonden met de stoffelijke overschotten van 311 personen. Het gaat om mensen die tussen 17 november 1944 en 25 april 1945 op verschillende plaatsen in Noord-Holland gefusilleerd zijn.
"Zij waren ongekist in grafkuilen opeengehoopt", verklaart een ooggetuige. "Sommige kuilen bevatten slechts één lichaam, in de grootste grafkuil bleken meer dan 50 personen te liggen."
De burgemeesters van Haarlem en Bloemendaal zijn momenteel in discussie over wat er met de opgegraven lichamen moet gebeuren. De nabestaanden hebben verschillende ideeën over de definitieve rustplaats van hun geliefden.
De opgegraven lichamen bij Bloemendaal werden aanvankelijk in kisten in de kelder van het mausoleum van de Algemene Begraafplaats in Haarlem bijgezet. Al snel bleek dat het aantal lichamen te groot zou worden. Daarom is vooralsnog besloten de slachtoffers gekist te herbegraven in het duingebied, totdat er na de identificatie een definitief plan voor een herbegrafenis gemaakt is.
Dokter Wamsteker heeft de leiding over de opsporing en identificatie van de gefusilleerden in Bloemendaal. Hij pleit voor een erebegraafplaats in het duingebied. "Deze plek zou dan tevens het karakter van een bedevaartplaats krijgen."
Zandvoort en Waalsdorpervlakte
Ook in Zandvoort is aan het begin van de maand een massagraf gevonden met 350 lichamen van gefusilleerde Nederlanders. Zij lagen soms met wel 60 personen in een kuil. Onder leiding van politiedeskundige dokter Van Ledden Hulsebosch worden deze slachtoffers momenteel geïdentificeerd.
Op 8 juni werd daarnaast een massagraf op de Waalsdorpervlakte bij Wassenaar ontdekt. Hier zijn tot nu toe de lijken van 53 Nederlanders gevonden. Het gaat om personen die zijn gedood uit wraak voor de aanslag waarbij SS-leider Rauter zwaar gewond raakte.
Ter vergelding werden de volgende dag 53 gevangenen uit Amsterdam geëxecuteerd en in het duingebied begraven. Onder hen bevonden zich Kees de Groot (redacteur van het illegale Parool), Hans Schippers (hoofd expeditie van Het Parool) en Theo van Gogh (student economie en verzetsstrijder).
Na de opgravingen in de duinen worden de lichamen in de open lucht geschouwd door gerechtelijke geneeskundigen. Vervolgens worden zaken verzameld waarmee de slachtoffers geïdentificeerd kunnen worden, zoals stukken van kleding, plukjes haar en voorwerpen die in jas- en broekzakken zijn aangetroffen.
Dit gebeurt niet alleen om de identificatie te vergemakkelijken, maar er wordt ook gezocht naar andere zaken, zoals sporen van marteling en de manier waarop de slachtoffers aan hun eind zijn gekomen. Dit zal later mogelijkerwijs als bewijsmateriaal kunnen dienen bij het veroordelen van oorlogsmisdadigers.
De specialisten dachten in de loop van de maand dat alle slachtoffers inmiddels wel opgegraven zouden zijn. Toch zijn er op verschillende plaatsen tekenen gevonden die duiden op de aanwezigheid van nog veel meer graven.
De lugubere speurtocht duurt voort.