Stranden levensgevaarlijk door mijnen
Het zal nog jarenlang duren voordat de Nederlandse stranden aan de Noordzee volkomen veilig zijn. Aan de kust liggen nu meer dan 1,5 miljoen mijnen, die worden geruimd door Duitse krijgsgevangenen.
Onder streng toezicht van Canadezen ruimen zij zo'n 6000 mijnen per dag. Kleine stroken strand bij de bekende badplaatsen worden als eerst gezuiverd, om deze zo snel mogelijk weer voor het publiek beschikbaar te maken. Zo zijn er rondom Scheveningen inmiddels al 26.000 van de verraderlijke explosieven weggehaald.
Bij het ruimen wordt gebruik gemaakt van Duitse mijnenkaarten, die op grond van de capitulatievoorwaarden aan de Canadezen zijn overhandigd.
"Op enkele kleinere terreinen na zijn alle mijnenvelden van Den Helder tot Schouwen op de kaarten aangegeven", vertelt een verslaggever van ANEP-ANETA. "Van elk aangegeven veld bestaan bovendien detailkaarten, waarop het patroon en de 'ingang' van het veld - als het ware de 'sleutel' voor het vinden van de juiste plaats - staan aangegeven. "
Toch blijft het gissen. Zo is niet ieder afzonderlijk exemplaar in kaart gebracht en zijn er tal van mijnen weggespoeld die op de waterlinie waren aangebracht. Zij bevinden zich nu ergens onder het zand. Het is onbekend waar en op welke diepte.
Het maakt het verwijderen van de projectielen levensgevaarlijk. In het bijzonder voor Duitse krijgsgevangen, die voordat ze begonnen vaak niets wisten van mijnen en al helemaal niets van mijnen ruimen. "We wisten niet eens hoe ze eruit zagen", zegt de 17-jarige Manfred Sobiella.
De Duitse krijgsgevangene vertelt over de geringe opleiding die hij kreeg, de dag voordat hij aan het werk werd gezet. "Op het strand in Scheveningen werden conservenblikjes begraven. We kregen Canadese mijndetectoren en moesten daarmee de blikjes zoeken. Dat was onze geweldige opleiding", zegt hij sarcastisch.
Komen we allemaal weer thuis, of ga jij dood, of jij, of jij?
Al gauw vielen er slachtoffers. "Twee doden en enkele gewonden. Toen merkten we pas hoe serieus het was", vertelt Sobiella. De realiteit drong tot hem door: naar huis gaan en genieten van de vrede waar hij al zo lang naar verlangt, zit er voorlopig niet in. "We moeten mijnen ruimen in Nederland. Voor hoelang kan niemand zeggen."
De werkdag van Sobiella en andere krijgsgevangenen begint als ze naar de mijnenvelden worden gebracht in een Amerikaanse Dodge. "Als we vertrekken vragen we ons altijd af: komen we allemaal weer thuis, of ga jij dood, of jij, of jij?"
Juridische truc
Het is opvallend dat de Duitse krijgsgevangenen mijnen moeten ruimen. Volgens het internationale oorlogsrecht mogen krijgsgevangenen hier namelijk helemaal niet voor worden gebruikt.
De geallieerden hebben een juridisch trucje toegepast om de Duitsers toch voor het gevaarlijke werk in te kunnen zetten. Zij noemen hen geen krijgsgevangenen, maar 'ontwapende vijandelijke militairen', waardoor ze buiten de wet vallen. Er kunnen immers geen Duitse krijgsgevangenen zijn, want Duitsland als staat bestaat niet meer, beargumenteren de geallieerden.
'Moffen, moffen!'
De Nederlandse bevolking vindt het niet altijd even makkelijk dat de Duitsers nog steeds in het land zijn. Dat blijkt uit een voorval waar krijgsgevangene Joachim Kuhn over vertelt. "Onderweg naar een mijnenveld maakten mensen een gebaar alsof ze onze hals wilden doorsnijden, terwijl ze 'moffen, moffen!' riepen."
Het incident staat niet op zichzelf. "Het komt nogal eens voor dat de Duitse krijgsgevangenen die dit gevaarlijke en verantwoordelijke werk verrichten, door de bevolking worden gehinderd", schrijft De Waarheid. "Met nadruk wordt het publiek aangeraden dit na te laten; onder toezicht van onze bevrijders verrichten de krijgsgevangenen belangrijk werk."
De krant erkent dat het lang kan duren voordat alle mijnen langs de Nederlandse kust weggehaald zijn. "Tot zolang zullen wij de laatste resten van het voormalig bezettingsleger moeten dulden."