Britten in ban van spionageschandaal dat reikt tot hoogste kringen
De Britten zijn in de ban van een spionageschandaal: een Chinese spion die jarenlang tot diep in het hart van het Britse establishment zou zijn doorgedrongen.
De spion zou een vertrouweling zijn geweest van de door schandalen geteisterde prins Andrew, die inmiddels dringend wordt geadviseerd om dit jaar niet te verschijnen bij de koninklijke kerstactiviteiten.
Ook zou de spion op foto's staan met twee premiers: Theresa May en David Cameron. Hij ging mee met een overheidsdelegatie naar China en was meerdere keren te gast bij evenementen in de koninklijke paleizen. De spion had een netwerk van koninklijke, politieke en zakelijke contacten.
H6
De anonimiteit van de spion, die eerst werd aangeduid als H6, is door de rechtbank opgeheven. Het is Yang Tenbo, ook bekend als de 50-jarige zakenman Chris Yang.
Het schandaal roept pijnlijke vragen op over de manier waarop de Britse geheime diensten met deze zaak zijn omgegaan. Hoe kon een vermoedelijke spion jarenlang ongehinderd opereren in de hoogste kringen, en wat zal dit voor gevolgen hebben voor de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en China?
Yang Tenbo werd geboren in China en werkte daar eerst als ambtenaar, voordat hij in 2002 als dertiger naar Engeland verhuisde om te studeren. Hij behaalde een master in openbaar bestuur, raakte goed vertrouwd met het Britse politieke systeem en kreeg een Britse verblijfsvergunning.
'Niets onwettigs gedaan'
Yang richtte bedrijven op, werkte als handelsadviseur voor Britse bedrijven zoals GSK and McLaren en organiseerde internationale toppen. Hij reisde regelmatig tussen Groot-Brittannië en zijn geboorteland China, totdat hij in 2021 bij de Britse grens werd tegengehouden. De veiligheidsdiensten doorzochten zijn telefoon en computer en hielden hem dagenlang vast.
Volgens de Britse inlichtingendienst werkte Yang samen met het United Front Work Department, dat inlichtingen verzamelt namens de Chinese staat. In maart 2023 werd hem de toegang tot het Verenigd Koninkrijk definitief ontzegd, een beslissing waartegen hij in beroep ging.
Yang, die ermee instemde dat zijn anonimiteit werd opgeheven, zegt dat hij "niets verkeerds of onwettigs" heeft gedaan en dat de spionagebeschuldigingen aan zijn adres "volledig onjuist" zijn.
Donderdag publiceerde de rechtbank documenten over zijn zaak, waardoor de connectie met Prins Andrew bekend werd en het spionageschandaal in de media terechtkwam.
Andrews dubieuze vriendschappen
Yang stond zo dicht bij Prins Andrew dat hij zelfs was uitgenodigd op diens 60ste verjaardag. Zijn nauwe banden met de broer van koning Charles waren een van de redenen waarom de veiligheidsdienst MI5 vreesde dat hij zijn connecties kon gebruiken om regeringsstandpunten over China te beïnvloeden.
De kwestie heeft Prins Andrew's dubieuze vriendschappen en relaties opnieuw in de schijnwerpers gezet. In de afgelopen jaren kwam Andrew veelvuldig in opspraak vanwege zijn vriendschap met de Amerikaanse zakenman en zedendelinquent Jeffrey Epstein.
Uiteindelijk trof de prins een schikking met één van de slachtoffers van Epstein die hem beschuldigde van seksueel misbruik en verloor hij zijn koninklijke titels.
Onhandige timing
De spionagekwestie komt op een onhandig moment voor de nieuwe Britse regering, die na jaren van China-sceptisch beleid onder de Conservatieven juist probeert de banden met Peking aan te halen. Een maand geleden benadrukte Labour-premier Starmer dat het Verenigd Koninkrijk een "sterke band met China" nodig heeft.
Volgens voormalig Tory-leider sir Ian Duncan Smith is de spionagekwestie nog maar het "topje van de ijsberg" en opereren er meer spionnen op deze manier. Ook David Lammy, de minister van Buitenlandse Zaken, zei vandaag dat de zaak van Yang Tengbo niet op zichzelf staat en dat China een dreiging vormt voor het VK.
In het Lagerhuis worden vragen gesteld over de invloed die China probeert uit te oefenen in de hoogste politieke kringen. Starmer zei vandaag bezorgd te zijn over de kwestie, maar benadrukte dat hij ervan overtuigd is dat het beter is om in dialoog te blijven met China en samen te werken waar nodig.