Verstappen met vierde wereldtitel in illuster rijtje: vijf coureurs gingen hem voor
Met de vijfde plek in de Grand Prix van Las Vegas is de vierde wereldtitel binnen voor Max Verstappen. Daarmee hoort Verstappen, als je naar de statistieken kijkt, bij de zes beste rijders aller tijden. Op de eeuwige ranglijst van de Formule 1 staat hij op een gedeelde vierde plaats.
Na een seizoen dat begon met veel zeges in korte tijd kwam de concurrentie vanaf de zomer steeds dichterbij. Toch is het gat met nog twee races te gaan groot genoeg om het vierde kampioenschap op een rij al te vieren.
Slechts vijf coureurs gingen Verstappen voor in het behalen van een vierde wereldtitel, en dat zijn niet de minsten.
Juan Manuel Fangio - 1956
Als het gaat om legendes in de Formule 1, gaat het vaak over Ayrton Senna, Alain Prost en Michael Schumacher. Juan Manuel Fangio was decennia eerder al een grootmeester in de autosport. In de jaren vijftig behaalde hij vijf wereldtitels, voor vier verschillende constructeurs.
In 1956 reed de Argentijn voor Ferrari. Destijds werden er slechts acht races per seizoen gereden. Fangio won er drie, waarvan één in een gedeelde auto, waardoor hij maar de helft van de punten kreeg.
Dankzij nog twee podiumklasseringen en het feit dat hij maar één keer uitviel, hield hij na de laatste race drie punten over op Stirling Moss.
Een jaar later zou Fangio zijn vijfde en laatste wereldtitel behalen. En met Giuseppe Farina, Alberto Ascari en Mike Hawthorn als tegenstanders heeft hij verschillende grote kampioenen van de sport verslagen.
Met vijf kampioenschappen had hij bijna 50 jaar het record voor meeste wereldtitels in bezit, tot Michael Schumacher hem in 2002 evenaarde.
Alain Prost - 1993
Na Fangio zou het 37 jaar duren voordat een rijder de grens van drie wereldtitels zou doorbreken. Alain Prost - 'de Professor' - staat bekend om zijn legendarische rivaliteit met Ayrton Senna. Jarenlang vochten de twee om wereldtitels, meerdere keren eindigden beide rijders in het grind.
Toen de spanningen tussen Senna en Prost als teamgenoten bij McLaren te hoog waren opgelopen, verkaste de Fransman naar Ferrari. Daar lukte het de toen drievoudig kampioen niet om de vierde kroon te behalen. In 1990 door een crash met Senna in de voorlaatste race, in 1991 verliep de samenwerking met Ferrari stroef, waarna Prost een sabbatical van een jaar nam.
In 1993 keerde hij bij Williams terug in de Formule 1 en kende hij een dominant seizoen. Met zeven zeges won hij met een straatlengte voorsprong zijn vierde wereldtitel, waarna hij definitief met pensioen ging.
Prost eindigde zijn carrière met 51 overwinningen, op dat moment het grootste aantal zeges in de geschiedenis van de sport.
Michael Schumacher - 2001
Na twee titels bij Benneton stapte Schumacher in 1996 over naar Ferrari, dat toen al jarenlang droogstond en snakte naar nieuw succes. De eerste jaren van de samenwerking verliepen moeizaam, maar in 2000 was het ultieme doel eindelijk bereikt en was de wereldtitel binnen.
Het jaar erop werd het nog mooier voor Schumacher. Met negen zeges domineerde hij de Formule 1 en hij werd kampioen met bijna twee keer zoveel punten als nummer twee David Coulthard.
Ook in 2002, 2003 én 2004 was de Duits-Italiaanse combinatie de beste. In 2006 ging Schumacher met pensioen, om vier jaar later terug te keren bij Mercedes. Daar stond Schumi nog een keer op het podium, maar winnen zou de Duitser niet meer.
Sebastian Vettel - 2013
Vettel werd in 2010 bij Red Bull Racing de jongste wereldkampioen in de F1, toen hij na de laatste race van het seizoen voor het eerst aan de leiding stond van het WK-klassement. Na een dominant 2011 en een enorm spannend 2012 stond de Duitser op zijn 25ste al op drie kampioenschappen.
In 2013 kreeg Vettel wederom een fantastische auto van zijn team, toen al onder leiding van Adrian Newey. In de eerste helft van het seizoen waren Vettel en Red Bull al sterk, met vier zeges voor de zomerstop. Na de zomer won Vettel alle negen resterende races, een reeks die pas in 2023 verbeterd zou worden door Verstappen. Ook evenaarde Vettel met dertien zeges het zegerecord van Schumacher.
In 2014 gingen er nieuwe motorreglementen in en Red Bull beschikte niet meer over de beste auto. Vettel verkaste een jaar later naar Ferrari, maar daar bereikte hij nooit meer zijn topvorm.
Lewis Hamilton - 2017
In 2008 pakte Hamilton in zijn tweede F1-seizoen al zijn eerste wereldtitel. Na een mindere periode stapte hij over naar Mercedes, waar hij in 2014 en 2015 ook de beste was.
Het was Nico Rosberg (ook Mercedes) die Hamilton in 2016 van zijn vierde wereldtitel afhield. Een jaar later gingen de technische reglementen op de schop. Nieuwe regels leiden vaak tot nieuwe machtsverhoudingen.
Ook in 2017 leek dit te gebeuren, want Vettel en Ferrari begonnen sterk aan het seizoen, maar gedurende het jaar werden Hamilton en Mercedes steeds sterker. Een mix van fouten en mechanische problemen bij Vettel deden het WK kantelen.
Na een touché met Vettel in de eerste ronde reed Hamilton een inhaalrace in de GP van Mexico. Verder dan de negende plaats kwam hij niet, maar dat was genoeg voor zijn vierde kampioenschap. Die race was tevens de derde die Verstappen wist te winnen.
Ook de volgende drie seizoenen werden gewonnen door Hamilton, die pas in 2021 verslagen zou worden door Verstappen. Daar begon de Nederlander met zijn huidige reeks, die vandaag leidde tot zijn vierde wereldtitel.