Restauratie van Rembrandts meesterwerk De Nachtwacht begonnen in Rijksmuseum
Restaurateurs zijn begonnen met het weghalen van de oude vernislaag van het schilderij De Nachtwacht in het Rijksmuseum in Amsterdam. Daarmee is het tweede deel van de restauratie van Rembrandts bekendste werk na vijf jaar vooronderzoek van start gegaan, maakt het Rijksmuseum bekend. Met het verwijderen van de oude vernislaag wil het museum het meesterwerk toekomstbestendig maken.
In de video zie je wat voor monnikenwerk dat is:
Met een speciaal absorberend doek halen acht restauratoren de vernis weg. De laag is tijdens een restauratie in 1975 en 1976 aangebracht. Eventueel oudere achtergebleven resten vernis worden vervolgens voorzichtig met een wattenstaafje en oplosmiddel verwijderd.
Dat gebeurt onder een microscoop. De restauratie vindt plaats in een zaal die speciaal daarvoor is ingericht. Achter een glazen muur kunnen bezoekers van het museum vanaf een afstand zien hoe het meesterwerk van Rembrandt wordt opgeknapt.
Volgens het museum zijn vooraf wetenschappelijk onderzoek en tests gedaan om tot de beste restauratiemogelijkheden te komen. Een team van restauratoren, conservatoren en wetenschappers heeft De Nachtwacht de afgelopen jaren met onder meer AI bestudeerd.
Niet eerder aangetroffen techniek
Operatie Nachtwacht, zoals de restauratie heet, ging in 2019 van start. Het project liep bijna een jaar vertraging op vanwege de coronapandemie. Tijdens het vooronderzoek ontdekten wetenschappers dat Rembrandt een niet eerder aangetroffen techniek gebruikte om zijn schilderij uit 1642 tegen vocht te beschermen.
De schilder gebruikte loodhoudende olie die hij onder de grondlaag op het doek aanbracht. Dat deed hij omdat De Nachtwacht tegen de buitenmuur van de Kloveniersdoelen in Amsterdam kwam te hangen, waar het vochtig was.