Rembrandt gebruikte speciale techniek om Nachtwacht te beschermen tegen vocht
Rembrandt van Rijn heeft een niet eerder aangetroffen techniek gebruikt om De Nachtwacht te beschermen tegen vocht. De schilder maakte gebruik van een loodhoudende olie die onder de grondlaag op het doek is aangebracht, blijkt uit nieuw onderzoek. Dat was nodig omdat het schilderij destijds op een vochtige plek kwam te hangen, tegen een buitenmuur in de Amsterdamse Kloveniersdoelen.
De loodlaag stelde de onderzoekers van het Rijksmuseum in Amsterdam aanvankelijk voor een raadsel. Lood is een bekend bestanddeel van lichte kleuren, zoals loodwit en loodtingeel, maar bleek ook aanwezig in de donkere delen van het schilderij uit 1642. Het was op röntgenfoto's zichtbaar in brede kwaststreken, waarin zelfs de afdruk van het originele spanraam te zien was.
De onderzoekers namen vervolgens een minuscuul monster van het schilderij, en onderwierpen dat aan verdere analyse, in een speciale deeltjesversneller in Hamburg. Daarbij werd duidelijk dat het lood helemaal aan de onderkant van de verschillende lagen zat, tegen het doek aan. Het moest dus een basislaag zijn, die nog onder de grondlaag zat.
Dit werd nog eens bevestigd door de uitkomsten te vergelijken met een ander verfmonster, een klein fragment van het doek dat op de grond belandde nadat een man het doek in 1975 aanviel met een mes. Ook in dat monster zaten de looddeeltjes helemaal onderop.
Handleiding uit de 17e eeuw
Wetenschappers deden de ontdekking tijdens Operatie Nachtwacht, een grootschalig onderzoek naar Rembrandts beroemde schilderij waar het Rijksmuseum in Amsterdam in 2019 mee begon. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke blad Science Advances.
"In een handleiding voor schilders wordt in de 17e eeuw al melding gemaakt van het gebruik van een loodhoudende olie om schilderijen te beschermen tegen vocht", vertelt promovenda Fréderique Broers. "Dat is een aanwijzing dat Rembrandt ervan heeft kunnen weten."
In de regel werd een lijmlaag aangebracht om de zuigende werking van het doek tegen te gaan, het zogenoemde glue-sizing. "In een vochtige omgeving kon de verf dan soms loskomen van het doek, vertelt de handleiding."
Het doek, dat pas in 18e eeuw De Nachtwacht ging heten, was bedoeld voor het hoofdkwartier van de schutterij in de Kloveniersdoelen in Amsterdam. Daar kwam het te hangen aan de binnenkant van een buitenmuur, die flink vochtig konden worden.
Het is voor het eerst dat zo'n loodhoudende laag op een schilderij is aangetroffen, maar dat hoeft niet te betekenen dat het uniek is voor De Nachtwacht. "We hebben nu voor het eerst deze combinatie van macro- en microtechnieken gebruikt bij de analyse van een schilderij", vertelt Broers. "Het kan zijn dat we meer schilderijen gaan vinden met zo'n loodlaag."
Krijt
Eerder hebben de onderzoekers tijdens Operatie Nachtwacht ook al naar andere elementen op het doek gekeken. Door naar het element calcium te kijken, kwam de krijtschets aan het licht die Rembrandt gebruikte om het doek op te zetten.
Hij schetste daarbij meer lansen dan uiteindelijk in de eindversie terecht zouden komen. En uit de analyse van het element kobalt kun je afleiden dat sommige bruine delen van het schilderij vroeger blauw moeten zijn geweest.
"Ik vind het fantastisch dat je anno 2023 nog nieuwe dingen vindt in zo'n schilderij", zegt onderzoeksleider Katrien Keune van het Rijksmuseum. "Dat je door de wetenschap elke keer weer wordt verrast."