Honkballers mikken bij officieus WK op heroveren A-status: 'Top acht halen'
Er staat heel wat op het spel voor de Nederlandse honkballers bij de Premier12, het officieuze wereldkampioenschap met de twaalf beste landen ter wereld, dat zaterdag begint. Het Koninkrijksteam vecht voor de A-status, die het vorig jaar bij het EK kwijtraakte door voor het eerst in 57 jaar de finale niet te halen.
"Sportkoepel NOC*NSF geeft bonden meetmomenten en wij moeten in de top acht van dit toernooi eindigen", legt bondscoach Evert-Jan 't Hoen uit.
Het verliezen van de A-status heeft vooral gevolgen gehad voor de spelers die in de Nederlandse hoofdklasse uitkomen, omdat zij daardoor geen financiële ondersteuning meer kregen. Sommigen werken nu weer naast hun sport.
Twaalf beste landen
De honkballers schreven in 2011 geschiedenis door wereldkampioen te worden. Ze waren toen ook meteen de laatste wereldkampioen oude stijl, daarna introduceerde de wereldhonkbalbond de Premier12. Dat is een internationaal toernooi dat eens in de vier jaar wordt gehouden, met de twaalf hoogstgeplaatste landen op de wereldranglijst.
In de groepsfase van het toernooi in Mexico stuit Oranje op Panama, de Verenigde Staten, Puerto Rico, Mexico en Venezuela.
't Hoen: "Ons doel is die top 8, maar bij een toernooi met de beste twaalf landen zit het dicht bij elkaar en kun je niet stellen dat je als nummer zeven van de wereld wel even van de nummer elf wint. Je kunt geen enkel land onderschatten. Het wordt een mooie uitdaging."
Geen spelers uit MLB
"De World Baseball Classic, die ook eens in de vier jaar wordt gehouden, is het grootste toernooi dat er is", verduidelijkt 't Hoen. "Daar mogen ook alle profs uit de Major League Baseball (MLB), de sterkste competitie ter wereld, aan meedoen. Bij de Premier12 niet. Maar het niveau is hier ook hoog, alle goede honkballanden zijn er bij."
Neem Japan, met topspelers uit de Nippon Professional Baseball, de Japanse evenknie van de MLB. Of Zuid-Korea met de KBO-League, ook een sterke competitie. Twee landen die Nederland pas in de eindfase kan treffen.
't Hoen kon - vanwege het verbod op MLB-honkballers- topspelers als bijvoorbeeld Jurickson Profar (San Diego), Xander Bogaerts (San Diego) en Ozzie Albies (Atlanta) niet selecteren. Toch is hij tevreden over de ploeg die hij in Mexico tot zijn beschikking heeft. Met spelers uit Nederland en van de eilanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
"Het is altijd moeilijk om een selectie te maken, onze jongens spelen overal in de wereld. Niet iedereen krijgt vrij om met ons mee te doen. Niet iedereen is er al, er druppelen elke dag nog spelers binnen. Dat maakt het ingewikkeld."
Wel Gregorius en Schoop
In de selectie zijn Didi Gregorius en Jonathan Schoop de opvallendste namen. Beide spelers, die er in 2011 al bij waren toen Nederland in Panama wereldkampioen werd, speelden meer dan tien jaar in de Major League en komen nu samen uit voor de Algodoneros de Union Laguna in de Mexicaanse zomercompetitie.
"Ik ben heel blij dat zij dit toernooi voor ons willen spelen", zegt 't Hoen. "Het zijn bekende jongens hier in Mexico, waar we spelen. Die twee zijn met al hun ervaring zo waardevol voor het team."
Gevraagd naar de kracht van zijn ploeg zegt de bondscoach: "Het mooie aan onze selectie is dat we echt een team zijn, we geven om elkaar. Dat zag je al tijdens het trainingskamp op Aruba en nu ook hier in Mexico. Het maakt niet uit wie je bent, hoe hoog je hebt gespeeld, iedereen probeert elkaar te helpen om beter te worden."
Volgens 't Hoen is dat belangrijk als je een tijd met elkaar weg bent van huis, "Maar ook als je wedstrijden wilt winnen. Aan een voorspelling waag ik me niet. Om te winnen moeten we de kleine dingen van het spel goed doen, de pitching moet er staan. Dan kunnen we ver komen."