Planbureau: 'Bouw niet te veel zeer kleine flexwoningen'
We moeten uitkijken dat we in Nederland niet te veel kleine flexwoningen neerzetten, van zo'n 20 vierkante meter of minder. Daarvoor waarschuwt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). "Slechts een beperkt deel van de woningzoekenden zoekt expliciet naar een kleine woning en de tevredenheid onder mensen die zo compact wonen, is relatief laag", zegt het PBL.
Om het grote woningtekort in Nederland op te lossen, zetten overheden al een paar jaar in op het plaatsen van flexwoningen. Dat zijn vaak relatief kleine woningen die tijdelijk ergens kunnen staan, bijvoorbeeld containerwoningen. Het voordeel van flexwoningen is dat ze sneller gebouwd en neergezet kunnen worden dan normale woningen.
'Voorkeur voor minimaal 50 m2'
Het PBL, een onafhankelijk instituut dat onderdeel is van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vindt flexwoningen ook van toegevoegde waarde. "Vooral wanneer ze echt snel extra woonruimte kunnen opleveren, bijvoorbeeld in de tijdelijke opvang van statushouders of studenten", zegt PBL-onderzoeker Jolien Groot. "Maar het is vaak effectiever als gemeenten en ontwikkelaars meteen investeren in iets ruimere, permanente woningen die aansluiten bij langdurige woonwensen. We zien dat minimaal 50 vierkante meter vaak de voorkeur heeft."
De overheid streeft ernaar dat er jaarlijks 100.000 woningen bij komen, waarvan zo'n 15.000 flexwoningen. Dat aantal wordt nog lang niet gehaald. Volgens de Rijksoverheid werden in 2022 zo'n 3400 flexwoningen gebouwd, in 2023 zo'n 5100 en dit jaar naar verwachting rond de 8000.
Het is onduidelijk hoeveel flexwoningen er nu precies zijn in Nederland: dat wordt niet centraal bijgehouden. In een eigen inventarisatie komt het PBL tot zo'n 16.500 flexwoningen.
Flexwoningen zijn voor het overgrote deel huurwoningen, vaak van corporaties. Om het voor particulieren makkelijker te maken om een flexwoning te kopen en een hypotheek daarvoor te krijgen, wordt onderzocht of er Nationale Hypotheek Garantie kan komen op flexwoningen.
"Natuurlijk is er ook behoefte aan heel kleine woningen", zegt onderzoeker Groot. "Een student in Amsterdam zal gelukkig zijn met een eigen studio van 20 vierkante meter. Maar het gevaar is dat we te veel focussen op aantallen, dat we denken: we gaan voor 15.000 flexwoningen per jaar, een woning is een woning en daarmee is de kous af. Hou er oog voor dat het woningen moeten zijn waar je prettig in kan wonen."