Kleine en middelkleine musea herstellen moeizaam van coronacrisis
De Nederlandse museumsector herstelt moeizaam van de coronacrisis. Vooral kleine en middelkleine musea hebben het moeilijk, valt op te maken uit cijfers van de Museumvereniging. De 475 bij de vereniging aangesloten musea telden vorig jaar 30,9 miljoen bezoeken.
Bij kleine musea (met een jaaromzet tot 400.000 euro) kwamen er in 2023 gemiddeld 33 procent minder bezoekers dan in het topjaar 2019, het jaar voor de pandemie begon. Voor middelkleine musea (omzet tussen de 400.000 en 800.000 euro) was dat gemiddeld 18 procent minder. In 2019 werden 32,6 miljoen bezoeken geregistreerd. Het herstel zit dus vooral bij de grote en middelgrote musea.
De vrees bestaat dat kleine musea, die vaak grotendeels of volledig afhankelijk zijn van vrijwilligers, het nog moeilijker zullen krijgen als de toegangsprijzen omhoog gaan. Het kabinet wil het btw-tarief voor onder meer musea in 2026 verhogen naar 21 procent.
Recordaantal Museumkaarthouders
"Hoewel de bezoekersaantallen stijgen zien we dat veel musea toch moeite hebben om het hoofd boven water te houden", zegt directeur Vera Carasso van de Museumvereniging. "Door continu stijgende kosten piept en kraakt de sector op veel plekken."
Van de bijna 31 miljoen bezoeken werden er 23 miljoen door Nederlanders gedaan en 8 miljoen door buitenlanders. Er waren vorig jaar 1,44 miljoen mensen met een Museumkaart, een record. Het leidde tot 9,5 miljoen museumbezoeken. Museumkaarthouders gaan gemiddeld 6,6 keer per jaar naar een museum.
Vrijwilligers
De vereniging wijst op het belang van vrijwilligers voor met name de kleine musea. Er waren ruim 26.000 vrijwilligers aan het werk, bijvoorbeeld als rondleider, suppoost of zelfs directeur. Als hun werk door betaalde krachten was gedaan, had dat naar schatting van de vereniging tussen de 66 en 123 miljoen euro gekost.
De totale omzet van de museumsector was in 2023 1,26 miljard euro.