Van der Poel zoekt bondgenoten om EK hard te maken, Kooij hoopt juist op sprint
De Nederlandse ploeg is voorbereid op verschillende scenario's in de wegrit van de Europese kampioenschappen wielrennen. Met kopmannen Olav Kooij en Mathieu van der Poel wedt bondscoach Koos Moerenhout op twee paarden.
Volgens Kooij biedt het parcours in Belgisch Limburg "voor allebei mogelijkheden". Van der Poel lacht smalend: "Dit is meer voor Olav."
De 220 kilometer van Heusden-Zolder naar Hasselt zijn zeker niet vlak, maar de heuvelzone en kasseistroken zijn niet zo lastig als in Belgische klassiekers als de Ronde van Vlaanderen.
"Het lijkt toch wel een sprintkampioenschap te worden", denkt Van der Poel.
Dat werd het bijvoorbeeld bij de vrouwen, waar Lorena Wiebes aan het langste eind trok. En ook in de beloftenkoers, waar Sofie van Rooijen en Scarlett Souren voor een Nederlandse een-twee zorgden,
Maar in de beloftenkoers voor mannen werd landgenoot Huub Artz (22) Europees kampioen in een sprint à deux na een zware afvalrace.
"Als je die wedstrijd ziet, zijn er toch ook wel kansen", zegt Van der Poel hoopvol. "Het zal hopelijk bij ons ook een harde wedstrijd worden. Het is niet super lastig, maar het kan genoeg zijn om een verschil te maken. Het is wel draaien en keren, smalle wegen."
Zoeken naar bondgenoot
Gevraagd naar mogelijke medestanders om er een uitputtingsslag van te maken, moet hij wel even zoeken. Mads Pedersen wellicht, zoals in Gent-Wevelgem. Of Christophe Laporte, de uittredend kampioen. Aanvallers, maar ook mannen die kunnen vertrouwen op hun sprint.
Het wegvallen van Wout van Aert, wiens seizoen is beëindigd door een harde val in de Ronde van Spanje, verkleint de kansen. "Van Aert had een bondgenoot kunnen zijn. Hij had wel mee willen koersen op het middenstuk, dus dat is wel jammer. Ik denk dat veel landen wel een sprinter mee hebben."
Daar behoort, door het wegvallen van Van Aert, zeker ook België toe. Zij verschijnen aan de start met drie topsprinters: Tim Merlier en Limburgers Jordi Meeus en Jasper Philipsen.
Laatstgenoemde was, net als Jonathan Milan, een van de grote sprinters die het een week geleden in Hamburg aflegde tegen Kooij, het tweede speerpunt van Nederland.
Het was de achtste zege dit seizoen van Kooij, waarvan zeven op het hoogste niveau. Een respectabel aantal in een jaar, waarin lang niet alles op rolletjes liep. Zo klopte hij Milan in de negende etappe van de Giro, maar moest een dag later met koorts naar huis.
Milan won uiteindelijk drie ritten en het puntenklassement in de Giro. Philipsen won drie ritten en het puntenklassement in de Tour.
Opsteker
Kooij won twee ritten in de Ronde van Polen en wilde twee weken geleden ook scoren in de Renewi Tour. Maar in de eerste etappe ging hij hard tegen de grond.
In die Bemer Cyclassics poetste Kooij de twijfels over zijn fitheid weg met een klinkende zege, al zat het in die sprint niet tegen. "Het was wel een kleine verrassing", bevestigt Kooij, "Hamburg was een mooie opsteker en ik heb het gevoel dat het deze week nog verbeterd is."
Om Europees kampioen te worden zal hij in Hasselt opnieuw de beste sprinters ter wereld moeten verslaan, weet de sprinter van Visma-Lease a Bike. "Milan, Philipsen en Merlier zijn nu ook de mannen waar we het in een sprint tegen moeten opnemen. Maar er zijn genoeg sterke mannen en ploegen."
Lead-out tégen Philipsen
Als het tot een sprint komt, mag Kooij zich verheugen op een luxe lead-out met een paar van de beste in het genre. Denk aan Danny van Poppel. Denk aan Mike Teunissen. En denk aan Van der Poel, die bij Alpecin-Deceuninck in die rol Philipsen al vaak in winnende positie bracht.
"Toen Koos (Moerenhout, red.) mij vroeg, heb ik gezegd dat ik zeker ook wil helpen als het op een sprint aankomt", verzekert Van der Poel, die niet bang is per ongeluk de sprint voor concurrent Philipsen aan te trekken.
"Het zal redelijk duidelijk zijn met de kleuren. Het is een logische vraag van veel mensen, maar denk dat we professioneel genoeg zijn om het uit elkaar te houden."
Van der Poel, die na de Tour de France twaalfde werd op de Spelen en opgaf in de Renewi Tour nadat hij in de tijdrit zijn knie had bezeerd tegen zijn stuur, verheugt zich op het staartje van het seizoen.
Het grootste doel is het verdedigen van zijn regenboogtrui over twee weken op het zware WK-parcours in Zürich. Om beter te klimmen, verloor hij speciaal daarvoor in training zelfs nog wat gewicht.
Daarna doet hij mogelijk nog een gooi naar de wereldtitel gravel in Leuven. De Ronde van Lombardije - het laatste monument van het jaar - rijdt hij niet, ook al is het parcours dit jaar minder zwaar dan anders.
Maar eerst het EK. "Het EK is ook niet zomaar een koers om mee te komen rijden. Zoveel koersen heb ik ook weer niet gehad. Dus ik ben blij dat er een kampioenschap dichtbij huis is. Het blijft een kampioenschap natuurlijk, dus iedereen is gemotiveerd. Je mag een heel jaar in die mooie trui rondrijden."