Clevering en Meester geven in olympische finale lesje hogeschoolroeien: 'Zo machtig'
Het was een vredig en harmonieus tochtje roeien naar olympisch goud. Niet echt natuurlijk, want roeien doet altijd pijn, maar het leek er wel op, omdat de voorsprong van Ymkje Clevering en Veronique Meester op de rest zó groot was.
De zilveren Roemenen en bronzen Australiërs, de grootste concurrenten in de twee-zonder, kwamen op ruim vier seconden over de finish. Een zeldzaam groot gat. "We geven ze gewoon géén kans, het voelde zo machtig", zeiden Clevering (29) en Meester (29) direct na de race.
Clevering en Meester waren weggeschoten van de startvlonder en hadden vrijwel direct een bootlengte voorsprong. Meester: "Dat was het plan: vanaf het begin zo ver mogelijk wegvaren, dat ze ons ook niet meer konden voelen. En dat lukte. Echt vet."
Op een kwart van de race lag de oranje boot al twee seconden voor. Halverwege, na een kilometer, al bijna vier seconden. En het gat werd groter en groter, op driekwart van de race zelfs vijf seconden.
"Dit is te gek, het ging waanzinnig goed. We lagen daar op de 1.000 (halverwege de race, red.) en dachten: nu moeten we blijven gaan en dan gaat het gewoon lukken", zei Clevering.
Clevering en Meester waren als regerend wereldkampioen en het duo in vorm al titelfavoriet, maar dat het zó'n verschil zou zijn, hadden ze niet durven dromen. "Beetje onwerkelijk. Je denkt na hoe het kan gaan zijn, maar we hadden nooit gedacht dat we vanaf 250 meter voor de finish al konden genieten. Het was al beslist. Anders dan ik had verwacht, maar eigenlijk alleen maar vetter."
Anders roeien
Van de concurrentie werd misschien wel wat meer verwacht. Vorig jaar vermorzelden de Australische vrouwen Nederland nog op de Bosbaan in Amsterdam. Toen beseften Clevering en Meester: dit moet anders.
De vrouwen kozen voor een andere manier van roeien. Door henzelf omschreven als 'lang en laag'. In lekentaal: eerst vooral met de benen roeien, hard wegduwen, voordat de rug en vervolgens de armen de roeibeweging afmaken. Het tempo van roeien ging omhoog, van 37 naar 40 halen per minuut, en dat betekent: hogere snelheid. Dat was te zien in Parijs.
Kijk de olympische finale, die bijna saai was door de overmacht, terug en je krijgt een lesje roeien in de twee-zonder. Hogeschoolroeien was het, in een van de lastigste disciplines.
Roeien in de twee-zonder, waar roeiers elk één riem bedienen aan een enkele kant van de boot, vraagt een samensmelting van twee personen. Pas met perfecte timing beweegt een duo als één. Als de roeiriemen exact tegelijk en even hard door het water klieven, waardoor de boot recht blijft, niet gaat wiebelen en zo volop vaart kan maken. Alles moet in totale harmonie.
Wat Clevering en Meester helpt: "We zijn een van elkaars beste vriendinnen. We hebben een dynamiek die werkt. Soms ben ik te serieus, dan maakt 'Ym' het licht. Soms vergeet zij wat dingen en vertel ik haar dat", zegt Meester. "Ik denk dat we elkaar daarin perfect aanvullen en we hebben gewoon veel lol samen." Twee roeivriendinnen waarvan de route naar de roeiboot totaal verschillend was.
Voorbestemd
Als dochter van een roeigezin uit Loosdrecht met een roeiende opa, vader, neven en nichten was Meester voorbestemd voor de roeiboot. Ver voor haar twaalfde, op een leeftijd waarop dat nog helemaal niet mag, wilde Meester al bij een roeiclub. Clevering hoorde de roep van de roeiboot pas als student, nadat ze in Groningen bij een studentenroeivereniging was gegaan.
In de Nederlandse roeiploeg was Meester vanaf dag één het grote talent. Een jaar later kwam ze daar laatbloeier Clevering tegen. Sindsdien zaten ze altijd samen in een boot.
In 2021 wonnen Clevering en Meester op de Spelen van Tokio in de vier-zonder, met Karolien Florijn en Ellen Hogerwerf, al olympisch zilver. Vorig jaar kwam daar in de twee-zonder de wereldtitel bij. En nu het hoogste van het hoogste.
"Als duo voelen we elkaar goed aan, we kunnen elkaar blijven pushen. Dan sleep je elkaar overal doorheen", zegt Clevering over Meester en de afgelopen jaren die leidden naar het goud. "We zijn zo ongelooflijk goed geworden. Ik sta er ook zelf een beetje van te kijken."